Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Henri WELLENS – architect – 1912
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 15538
Beschrijving
Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., getekend op gevel, n.o.v. arch. Henri WELLENS, 1912.
Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Lijstgevel in (simili)natuursteen op hoge arduinen sokkel waarin grote getoogde souterrainvensters voorafgegaan door "cour anglaise". Een groot arduinen bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met balsutrade leidt naar een getraliede vleugeldeur met rondboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., omlijsting met kwarthol beloop, figuratieve sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Links van ingang rondboogvenster. Op eerste verdieping twee identieke rondboogvensters op kordonvormende lekdrempel ; muuropeningen met geriemde booglijsten, gesculpteerde sleutels, bewerkte imposten, balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., paneeldecoratie op muurdammen. In laatste bouwlaag twee steekboogvensters, in platte omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. ; bewerkte panelen met dropmotief op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geaccentueerd door gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. tot tweede bouwlaag aan weerszijden geflankeerd door gebosseerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Eerste en tweede bouwlaag identiek : drie rondboogvensters afgewisseld door Ionische en Corintische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. ; centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder geriemde booglijst rustend op bewerkte imposten en met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ; laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in platte omlijsting en met bewerkte panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bekronend balkon met ijzeren leuning. In laatste bouwlaag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. gevormd door centraal getoogd deurvenster tussen twee smalle rondbooglichten. Paneel- en casementfries, onderbroken door gesculpteerde cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin gelijkvormig licht, links oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Lijstgevel in (simili)natuursteen op hoge arduinen sokkel waarin grote getoogde souterrainvensters voorafgegaan door "cour anglaise". Een groot arduinen bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met balsutrade leidt naar een getraliede vleugeldeur met rondboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., omlijsting met kwarthol beloop, figuratieve sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Links van ingang rondboogvenster. Op eerste verdieping twee identieke rondboogvensters op kordonvormende lekdrempel ; muuropeningen met geriemde booglijsten, gesculpteerde sleutels, bewerkte imposten, balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., paneeldecoratie op muurdammen. In laatste bouwlaag twee steekboogvensters, in platte omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. ; bewerkte panelen met dropmotief op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geaccentueerd door gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. tot tweede bouwlaag aan weerszijden geflankeerd door gebosseerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Eerste en tweede bouwlaag identiek : drie rondboogvensters afgewisseld door Ionische en Corintische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. ; centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder geriemde booglijst rustend op bewerkte imposten en met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ; laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in platte omlijsting en met bewerkte panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bekronend balkon met ijzeren leuning. In laatste bouwlaag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. gevormd door centraal getoogd deurvenster tussen twee smalle rondbooglichten. Paneel- en casementfries, onderbroken door gesculpteerde cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin gelijkvormig licht, links oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 1692 (1912).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid