Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Daniel RENIER – architect – 1923
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 7780
Beschrijving
Op hoek met Capouilletstraat, herenhuis in laat-eclectische stijl n.o.v. arch. Daniel Renier, 1923.
Twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Bronstraat en bijna blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijmuur in Capouilletstraat. Bakstenen gevel met simili-elementen op nivellerende breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. (hardsteen) onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., meestal tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hoog getralied keldergat; op verdiepingen groot drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-decostijl. In rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) deur met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., geflankeerd door getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In zijgevel tweelicht. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Mansardedak met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. In Capouilletstraat aangebouwde garage (arch. Callebaut, 1952).
Twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Bronstraat en bijna blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijmuur in Capouilletstraat. Bakstenen gevel met simili-elementen op nivellerende breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. (hardsteen) onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., meestal tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hoog getralied keldergat; op verdiepingen groot drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-decostijl. In rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) deur met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., geflankeerd door getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In zijgevel tweelicht. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Mansardedak met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. In Capouilletstraat aangebouwde garage (arch. Callebaut, 1952).
Bronnen
Archieven
GASG/DS 170 (1923), 121 (1952).