Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jules BRUNFAUTarchitect1884

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7808
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee identieke huizen volgens spiegelbeeldschema en in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Jules Brunfaut, gedateerd met ankers ‘1884'.

Bakstenen gevels met hardstenen elementen en zwarte baksteen op benedenverdieping. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. (hard- en zandsteen). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen omlijsting, hoekblokken en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; op eerste verdieping boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met keramiektegels. Centraal balkons volgens verkleinende ordonnantie, het eerste met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., het tweede met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met diamantkoppenfries. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met ruitpanelen tussen modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Centraal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met tweelicht; puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. op nr. 109 en trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. op nr. 111. Verder flankerende houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder spits.

Nr. 109. Rondboogdeur met concave omlijsting, omlijst impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt. tussen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Beglaasde smeedijzeren deur.

Nr. 111. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., tweeledig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 533 (1884).

Publicaties en studies

Bonnet, D., Jules Brunfaut 1852-1942, (Mémoire Institut supérieur d'architecture de l'état La Cambre), Brussel, 1985, pp. 25-26.