Typologie(ën)

tramstelplaats

Ontwerper(s)

Jean & Pierre CARSOELaannemer1900

Inventaris(sen)

  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7096
lees meer

Beschrijving

Depot van de Tramways bruxellois. Gelegen tussen de Mérodestraat, Koningslaan en Belgradostraat. Uitgestrekt tramdepot in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen, n.o.v. aannemers Jean en Pierre Carsoel i.o.v. ‘S.A. Les Tramways bruxellois' volgens plannen van de technische dienst van deze maatschappij, 1900.

Eén bouwlaag. Bakstenen gevel met wit- en hardstenen elementen, geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Twee lange parallelle gevels – 150 m in Merodestraat, 190 m in Belgradostraat – met vierlichten onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. met tussenstijlen; ijzeren schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met ruitvormige roedeverdeling. In de Mérodestraat vier laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verhoogd met één bouwlaag (J. en P. Carsoel, 1914). Deze twee gevels flankeren 48 m lange hoofdgevel in Koningslaan bekroond met twee grote trapgevels met belijnende stenen banden. Brede toegangspoorten onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en groot rondboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., met stervormige metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Linkergevel met inscriptie: ‘anno 1900' en bekroning in vorm van dennenappel. Rechtergevel met inscriptie ‘tramways bruxellois'; rechts kleine trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (1935), recentelijk gesloopt; aansluitend traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met vijf tussenstijlen. Op hoek met Belgradostraat hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. onder kleine trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met witstenen paneel waarop gevleugeld wiel en initialen ‘T(ramways)' en ‘B(ruxellois)', het geheel onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer..

Depot van de Tramways bruxellois, detail <a href='/nl/glossary/200' class='info'>puntgevel<span>Gevel waarvan de top driehoekig is.</span></a>, hoek Belgradostraat (foto 1994).

Interieur: drie beuken, overdekt met Polonceauspanten; bredere, hogere en rijkelijk beglaasde centrale beuk; cabine voor bediening van wissels en onderstation opgetrokken (1952).

de Mérodestraat nr. 211c. Woning in dezelfde stijl als depot n.o.v. ‘S.A. Les Tramways bruxellois', 1938. Twee bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); smallere centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Muuropeningen tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Tweede en derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door monumentale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2036 (1900), 136 (1914), 301 (1935), 315 (1938), 188, 202 (1952).

Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, Saint-Gilles, Archives d'Architecture Moderne, Brussel, 1980-1982, fiche 28.