Voormalige Ecole des Soeurs de Sainte-Marie
Pierre Decosterstraat 19-21-23
de Mérodestraat 398-400
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Paul SAINTENOY – architect – 1902-1903
Henry VAES – architect – 1902-1903
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Schoolinstelling op een doorlopend perceel tussen de
de Mérodestraat en de Pierre Decosterstraat in eclectische stijl ontworpen in
1902-1903 door architecten Paul Saintenoy en Henri Vaes. Vergroot en meermaals
voorzien van nieuwe gebouwen in 1913, 1926, 1960, 1964, 1969, 2009, 2013 en
2016. Vanaf de jaren
1940 namen de zusters apostolinnen van Sint-Jozef de school over en vandaag
bevinden de Ecole Maternelle et Primaire
Saint-Antoine zich langs de Pierre Decosterstraat en de Ecole secondaire La Cime zich langs de de Mérodestraat.
Geschiedenis
De verstedelijking van de buitenwijken van Brussel leidde tot de oprichting van nieuwe scholen. Zo voorzagen de zusters van Sint-Maria van Vorst een school in de meest dichtbevolkte straten van de Sint-Antoniuswijk, binnenin het bouwblok van de de Mérodestraat en de Pierre Decosterstraat. De ligging was zeer geschikt door de nabijheid bij de drukke Van Volxemlaan. Wellicht steunde de zopas opgerichte Sint-Antonius van Paduaparochie de bouw van deze school aangezien de architecten Paul Saintenoy en Henri Vaes tevens betrokken waren bij de bouw van de parochiekerk. De school was bedoeld voor de arme kinderen uit de wijk en voorzag naast klassen ook een kapel.
Beschrijving
Schoolgebouw langs de Pierre Decosterstraat voorzien van een koer aan de voorzijde, afgesloten door een bakstenen muur. Gevel van twee bouwlagen met negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) evenwijdig aan de straat en drie traveeën loodrecht op de straat. Bakstenen gevel met banden in geelgekleurde baksteen en elementen in hardsteen. Getoogde muuropeningen. Traveeën gevat in pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met elkaar verbonden door muizentandlijst. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de langsgevel met verspringende verdiepingen. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de haakse kopgevel met deur en kapel toegevoegd in 1960. Dakkappellen toegevoegd in een latere periode. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels bewaard.
Gebouw centraal gelegen in het perceel van 1926. Opstand van drie bouwlagen met negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Pierre Decosterstraat en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevolgd door een knik met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de de de Mérodestraat, geheel onder plat dak. Gevel in baksteen met hardstenen elementen. Grote, rechthoekige muuropeningen. Langs Pierre Decosterstraat gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). AttiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met balusterborstwering. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Overige gebouwen met klaslokalen, sportzaal en sanitaire blok toegevoegd in 1964, 1969, 2009 en 2016.
Bronnen
Archieven
GAV-DS 2127 (1902), 3279 (1903); Pierre Decosterstraat
19-21-23; 6394 (1913), 6401 (1913), 14505 (1945), 17755 (1960), 18619 (1964),
19384 (1969), 19876 (-), 20534 (-), 20718 (-), 26143 (2016); de Mérodestraat
398: 9034 (1926), 24395 (2009), 25367 (2013), 25636 (2016).