Onderzoek en redactie

2016-2019

 

Bekijk de weerhouden gebouwenLange, rechte straat die de Hallepoortlaan met de Van Volxemlaan verbindt. Talrijke straten komen erop uit of doorkruisen ze, waaronder de Théodore Verhaegenstraat en de Koningslaan. Het grootste deel bevindt zich op grondgebied van de gemeente Sint-Gillis, vanaf nr. 225-227 en 264 bevinden de huizen zich op grondgebied van de gemeente Vorst.

Het noordelijk deel van de straat – tot aan de Théodore Verhaegenstraat – past binnen het algemeen rooilijnenplan voor de nieuwe wijk rond het Zuidstation n.o.v. Victor Besme, 1863. Deze wijk werd aangelegd volgens een dambordpatroon met regelmatige bouwblokken langs twee hoofdwegen parallel met de spoorweg, namelijk de de Mérodestraat en de Fonsnylaan.

Het overige deel van de straat werd vastgelegd in het project van het Zuidpark en zijn villawijk getekend door Victor Besme in 1875 en bekrachtigd bij K.B. van 15.03.1876. Het project voorzag de aanleg van een nieuwe wijk bestaande uit het openbaar park van Sint-Gillis – Vorst, de omliggende straten en de verbinding naar het Zuidstation. Zo ontstonden gelijktijdig met het zuidelijk deel van de de Mérodestraat ook de Guillaume van Haelenlaan, de Canadastraat en de overige straten binnenin deze zone.

De straat werd geleidelijk aan aangelegd volgens de bebouwing van de huizen. Zo ontstond vanaf 1864-1890 het meest noordelijk deel tot aan de Théodore Verhaegenstraat, terwijl het centrale deel veeleer van de periode 1890-1900 dateert en het meest zuidelijk deel - vanaf de Alfred Orbanstraat - van 1900-1910. Het straatgedeelte op Vorst behoorde grotendeels toe aan de Société Civile Immobilière de Forest (ook gekend als de Compagnie Van Volxem) die de terreinen verkavelde en verkocht en de firma Wielemans Ceuppens die na een akkoord gesloten op 31.03.1904 met de gemeente de terreinen afstond.

De straat werd genoemd naar de Belgische onafhankelijkheidsstrijder, Louis Frédéric Ghislain de Mérode (1792-1830).

De eerste bebouwing (1864-1890) bestaat uit opbrengstwoningen in neoclassicistische stijl met meestal drie bouwlagen. Een voorbeeld hiervan is het grote huis op nr. 127 met achterliggende marmerslijperij (1876). Door de zich ontwikkelende handelsactiviteiten in de buurt van het zuidstation, werden de benedenverdiepingen van veel huizen in de jaren 1930-1960 omgevormd tot winkelpuien, zo citeren we nr. 15 (1875) en nr. 50 (1876). Andere woningen ondergingen grote verbouwingswerken: zo werd de woning nr. 76, met Renaissance inslag en waarschijnlijk i.o.v. en n.o.v. architect Paul De Jaer (1870), voorzien van twee extra bouwlagen. Een groot aantal gevels, zoals onder meer nr. 118, dat deel uitmaakt van het ensemble nr. 114, 116, 118 (en nr. 29 in de J. Claesstraat) uit 1877, werden voorzien van briketten.

Op het einde van de jaren 1990 onderging dit deel van de straat grote wijzigingen door diverse stedenbouwkundige plannen (zie Fonsnylaan). Het Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) Wijk Fonsnylaan 1 voorzag de afbraak van alle huizen aan onpare zijde, tussen Ruslandstraat en Claesstraat (nr. 23 tot 115), voor de bouw van kantoor- of woongebouwen. Daarnaast heeft het Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) Wijk Fonsnylaan 2 geleid tot de afbraak van de eerste bouwblok aan de pare zijde (tussen Ruslandstraat en Hallepoortlaan), waardoor nr. 2 tot 20 werden vervangen door een kantorencomplex.


De tweede bouwfase (1890-1905) bestaat grotendeels uit opbrengstwoningen met gelijkvloerse handelspanden en twee tot vijf bouwlagen. Ze maakt gebruik van een meer uitgebreid stijlgebruik eigen aan deze periode. Enkele voorbeelden van fraaie gevels in neoclassicistische stijl zijn het ensemble opbrengstwoningen nr. 300-302 t.e.m. 308-310 van aannemer Camille Bouckaert (1905 en 1908). Andere woningen werden opgericht in eclectische stijl met neoclassicistische elementen zoals nr. 229-231 van architect Alphonse Delvaux (1902), in eclectische stijl met polychroom parement zoals nr. 233 van architect G. Sulsters (1903) en nr. 235-237 (1904) of in eclectische stijl met neogotische elementen zoals het ensemble nr. 267-269 t.e.m. 277-279 van architecten Henri Vaes en Victor Cretin (1910-1912) m.u.v. nr. 277-279 van architect Th. Smits (1912). De opbrengstwoning nr. 268 bevat keramische tegels in art nouveaustijl in de borstweringen en boogvelden (bouwdatum onbekend).

De derde bouwfase (1904-1908) vertoont dezelfde typologische en stilistische kenmerken als deze in het tweede gedeelte van de straat. Zoals reeds gebruikelijk in de voorgaande delen van de straat richten verschillende grootgrondbezitters en industriëlen ensembles op van twee tot tien gebouwen die zich vaak kenmerken door hun woningen van middelmatige tot zeer kleine afmetingen : zo citeren we nr. 411 t.e.m. 429 gebouwd in 1905-1906 i.o.v. Alfred Orban die beheerder was van de Société Civile Immobilière de Forest en nrs. 431 t.e.m. 439 gebouwd in 1902 i.o.v. de bierbrouwerij Wielemans Ceuppens. Dit laatste ensemble vertoont fraaie sgraffiti en keramische tegels in art nouveaustijl. Het laatste gebouw langs de pare zijde (nr. 450) vormt een knik met het Léon Wielemansplein en past veeleer met de gebouwen langs de Van Volxemlaan: het appartementsgebouw dateert van 1934 n.o.v. architect Robert Lemaire.

Bronnen

Archieven
GAV/OW dossier 22.
GASG/DS 15: 2938 (1875); 50: 3781 (1876), 130: (1937); 76 7950 (1870), 234: (1923), - (1977); 114, 116, 118: 4475 (1877); 127 – (1876).
GAV/DS 229-231: 1969 (1902), 20811 (1987); 233: 3317 (1903), 9506 (1927); 235-327: 3530 (1904), 25186 (2013); 267-269: 5156 (1910), 14256 (1942); 268: geen; 271: 5391 (1910), 273-275-275a: 6036 (1912), 19669 (1971); 277-279: 5833 (1912), 9246 (1927), 13348 (1937), 25290 (2014); 300-302: 3702 (1905), 19404 (1969); 304-306, 308-310: 3717 (1905), 4623 (1908), 9327 (1927), 19100 (1967), 25502 (2014); 339-341-343,345-347-349: 5144 (1910); 339-341-343: 24526 (2010), 24729 (2010), 25371 (2015); 411-413-415, 417: 3685 (1905), 26022 (2015), 22559 (2000); 419, 421, 423, 425-427-429: 4030 (1906); 421: 22476 (1999), 22736 (2001), 22903 (2002); 423: 6291 (1913), 7728 (1923), 9684 (1928); 431, 433, 435, 437, 439: 1978 (1902); 450: 12317 (1934), 26105 (2016).

Publicaties en studies
CULOT, M. [dir.], Forest. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Bruxelles, 1980-1982, fiche 57.
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU ASBL, Brussel, 1988, p.49.
VAN LIL, Wegwijs te Vorst, Brussel, 1981, p. 30.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949.
Vie économique à Saint-Gilles … des origines à demain, Syndicat d’initiative de Saint-Gilles, 1993, pp. 109-128.
VOKAER, J.P., Par les rues de Forest. Etude sur la toponymie locale, Brussel, 1954, pp. 59, 68.