Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
J. VANDERSTRAETEN – 1932
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 38792
Beschrijving
Appartementsgebouw met commerciële
benedenverdieping, in art-decostijl, naar ontwerp van architect J. Vanderstraeten,
1932.
Opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over vijf bouwlagen, onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. dat het resultaat is van een verhoging van latere datum. Een vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die aan de rechterkant diep inspringt, vormt de aansluiting met de rooilijn van de aanpalende huizen. Benedenverdieping bekleed met zwarte tegels, verdiepingen in baksteen en wit pleisterwerk. Muuropeningen onder trapezoïdale boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op de benedenverdieping, rechthoekig op de verdiepingen. Trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), van de eerste tot de derde verdieping. Doorlopende balkons met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bekroond door ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. op de eerste en de vierde verdieping. Op de benedenverdieping, inrijpoort en twee uitstalramen aan weerszijden van de private deur. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... (waaronder het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling) grotendeels bewaard; oorspronkelijk ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over vijf bouwlagen, onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. dat het resultaat is van een verhoging van latere datum. Een vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die aan de rechterkant diep inspringt, vormt de aansluiting met de rooilijn van de aanpalende huizen. Benedenverdieping bekleed met zwarte tegels, verdiepingen in baksteen en wit pleisterwerk. Muuropeningen onder trapezoïdale boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op de benedenverdieping, rechthoekig op de verdiepingen. Trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), van de eerste tot de derde verdieping. Doorlopende balkons met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bekroond door ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. op de eerste en de vierde verdieping. Op de benedenverdieping, inrijpoort en twee uitstalramen aan weerszijden van de private deur. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... (waaronder het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling) grotendeels bewaard; oorspronkelijk ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Bronnen
Archieven
GAV/DS 11745 (1932), 21097, 21487 (1993), 22553 (2000), 23460 (2005).
