Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Alphonse GELLÉarchitect1909

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38357
lees meer

Beschrijving

Halfvrijstaande burgerwoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, n.o.v. architect Alphonse Gellé, 1909. Dit huis werd gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1911-1912 organiseerde.

Gebouw van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de straatkant en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de zijgevel. Verdiepingen in geelgekleurde baksteen met elementen in witsteen en hardsteen, op breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen..
Aan de straat, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door smalle blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Keldervenster en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee monelenStenen vensterstijl.; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (schrijnwerk vervangen) bekroond door een terras met een houten en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., voor een houten dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. waarvan het bovenste registerVensterstrook in een topgevel., met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., is verdwenen.
Op de zijgevel, lage dienstdeur op de hoek, onder smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. . Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), uitspringende houten toegangsportiek bekroond door een terras, toegankelijk via een trap onder markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. . In 1913 werd aan de achterzijde van deze voorbouw een even hoge uitbreiding gebouwd, met een brede arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met traliewerk. De borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het terras is verwijderd. Onderschild met twee oeils-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Houten kroonlijsten. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen. Schrijnwerk van de voorbouw aan de zijkant deels bewaard.
Eigendom afgescheiden van nr. 5 door een trapsgewijs oplopende muur met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), waartegen een garage onder terras is aangebouwd. Bewaard smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk aan straatzijde.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/OW Laken 4023 (1909), Laken 4593 (1913).