Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Guillaume DU CROIXarchitect1915

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38358
lees meer

Beschrijving

Halfvrijstaande burgerwoning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. architect Guillaume du Croix, 1915. Dit huis werd gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1913-1915 organiseerde.

Gebouw met, oorspronkelijk, twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en met twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vooraan, drie aan de zijkant en twee achteraan. In 1929 werd op de zijgevel een vierde, analoge traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) toegevoegd, samen met een achtergebouw van één bouwlaag en een garage aan de zijkant; in dat jaar werd ook het mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. geplaatst.
Bakstenen gevels met witstenen elementen op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Vensters onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. op de benedenverdieping, rondboog- of korfboogvensters op de verdieping. Traveeën aan straatzijde en eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de zijgevel met stenen omlijsting; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. . Boogvormige Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. aan straatzijde, gewelfde voorbouw aan de zijkant, bekroond door een terras; balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. Op de zijgevel, deur op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met, oorspronkelijk, een dubbele trap; smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur.  met lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten.. Aan straatzijde, smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… hek dat de zijdoorgang afsluit. Vier gewelfde gemetselde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster.. Bewaarde kroonlijst en beglaasde smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… deur.
Eigendom afgescheiden van nr. 3 door een trapsgewijs oplopende muur met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW Laken 3662 (1915), 36930 (1929).