Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

A. DEVAUXarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014, 2019

id

Urban : 37043
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie huizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, in 1911 ontworpen voor eenzelfde eigenaar en in 1927 vergroot door architect A. Devaux.

Oorspronkelijk, opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr. 196 en 198, de eerste met drie bouwlagen, de tweede met twee bouwlagen onder dakterras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op nr. 200, gebouw met driehoekige plattegrond en met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van drie bouwlagen – kamer vooraan, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan – links vergezeld van een volume van één bouwlaag onder plat dak met daklicht, eveneens afgeboord door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. De drie gebouwen staan met elkaar in verbinding op de benedenverdieping, evenals met een eerste verdieping op nr.196 en 198. De benedenverdiepingen van nr. 198 en 200 bevatten vroeger eenzelfde magazijn met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., verlicht door het daklicht. Kamers op de verdiepingen van de drie gebouwen. In 1927 werd nr. 196 aan de achtergevel vergroot, werd nr. 198 voorzien van tweede verdieping naar identiek model, en werd het linker volume van nr. 200 verhoogd met twee verdiepingen, waardoor een symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ontstond.

Bepleisterde gevels, met imitatievoegen op de verdiepingen, versierd met witsteen en hardsteen. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. op de hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel..

Op nr.196, benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Hoofdtravee geflankeerd door gestapelde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Deur met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. met paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Vensters op de benedenverdieping met dubbel kruiskozijn, bekroond door een trapezoïdale stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbel kruisraam met boogvormige centrale tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., bekroond door een terras met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deur.

Op nr. 198 en 200, analoge opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.. Hoofdtravee op nr. 198 geflankeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Benedenverdieping versierd met banden, Deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op nr. 200 vervangen. Kroonlijsten bewaard, op nr. 200 gedeeltelijk. Schrijnwerk vervangen.


Bronnen

Archieven
GAA/DS
 13225 (08.12.1911), 20455 (16.12.1927).