Typologie(ën)

school
kinderbewaarplaats

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1882

Charles LAMBRICHSarchitect1950-1952

Marcel LAMBRICHSarchitect1950-1952

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Modern classicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 35780
lees meer

Beschrijving

Voormalige Lagere Gemeentescholen nr.1 en 4, thans Ecole Fondamentale du Tivoli, Leidstarschool, Ecole de Photographie et de Techniques Visuelles Agnès Varda en Crèche Tivoli.

Scholencomplex in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl dat in 1882 werd geopend en gedeeltelijk werd heropgebouwd en vergroot in modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl met classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag door de architecten Charles en Marcel Lambrichs in 1950-1952, op basis van een voorontwerp van gemeentearchitect R. Le Graive uit 1946.

Geschiedenis

De in 1882 ingehuldigde schoolinstelling ligt in het huizenblok afgebakend door de Claessensstraat – toen nog rue de Ribaucourt genaamd – de Tivolistraat, de de Wautierstraat en de Van Gulickstraat, waarlangs ze een uitgang heeft. Het U-vormige complex bestaat uit een volume van twee bouwlagen aan de Claessensstraat en twee lage vleugels achteraan, de rechter met de jongensschool (nr.4), de linker met de meisjesschool (nr.1) en een kleuterklas. Er werd ook een Franstalige en Nederlandstalige volksbibliotheek gevestigd.

In 1918, 1926 en 1935 diende architect Henri Jacobs, al snel bijgestaan door zijn zoon, diverse ontwerpen in voor de renovatie en de uitbreiding naar de achterzijde van het complex en naar de Tivolistraat. De instelling werd Groupe scolaire du Quartier Maritime gedoopt en moest de kleuterschool, lagere school, de school van de vierde graad en de muziekschool omvatten. Dit programma werd echter niet uitgevoerd wegens het overlijden van de architect in 1935 en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Het bombardement van 08.05.1944 beschadigde het linkerdeel van het complex. In 1946 diende gemeentearchitect Jean Rombaux een voorontwerp in voor de heropbouw van de achtervleugel en het linkeruiteinde van het volume aan straatzijde, met een uitbreiding naar de Tivolistraat. De opdracht werd uiteindelijk toevertrouwd aan de architecten Charles en Marcel Lambrichs, die de linkerhelft van het complex heropbouwden, met een nieuw, dieper volume aan straatzijde en een nieuwe vleugel, ditmaal in de aslijn van het geheel. Aan de Tivolistraat werd een U-vormig gebouw opgetrokken bestemd voor de kleuterschool en de kinderopvang. De inhuldiging vond plaats op 27.09.1952.
In 1961 werd de Belgische fotografieschool (de huidige Ecole de Photographie et de Techniques Visuelles Agnès Varda) in de oude gebouwen van de Claessensstraat gevestigd (nr. 57).

Beschrijving

Gebouwen uit 1882 (I, II)

Bakstenen gevels met hardstenen elementen; de voorgevel van het volume aan de straatkant is thans beschilderd. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Claessensstraat 55-57 (© APEB, 2018).

Volume aan de straatkant (I) van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met oorspronkelijk 23 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de vijf zijtraveeën aan elke kant hadden een verschillende indeling, de drie uiterste stemden overeen met een minder diep volume. Elk van de groepen van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) omvatte er twee in dubbel risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een ingang en verlengd met een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Middentraveeën behandeld als arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In het midden van de compositie bevond zich een brede rondbogige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Enkel de 12 rechtertraveeën zijn bewaard gebleven. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met bakstenen zaagtandfries. Spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op de vijf rechtertraveeën. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en rondbogige bekroning met daarin een stenen wijzerplaat. Jaartal “ANNO 1882” op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard.
Op de achtergevel zijn de vijf rechtertraveeën behandeld als arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., zoals hun tegenhangers aan straatkant; tot begin 20e eeuw waren ze open op de benedenverdieping, overeenstemmend met een overdekte speelplaats.

Claessensstraat 55-57, achtervleugel (© APEB, 2017).

Achtervleugel (II) van één bouwlaag, bestaande uit twee rijen klaslokalen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. langs een centrale gang onder een plat dak met daklichten. Gevels geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., die begin 20e eeuw steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. vervingen. Deze vleugel eindigt in een bijgebouw onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. met eenzelfde behandeling (vóór 1953).

Achteraan, losstaand paviljoen onder plat dak, in uitgewassen beton (n.o.v. architect J.R.Boulanger, 1972).

Gebouwen uit 1952 (III, IV, V)

Homogeen geheel in beton met oranjegekleurde bakstenen gevels, belijnd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. in bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. beton, op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. De meeste gebouwen hebben twee bouwlagen, onder afgeplat zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. of platform. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en een fijne betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan de Claessensstraat en de Tivolistraat, terugwijkende toegangen onder een platte betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met caissons. Fijn metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. gedeeltelijk bewaard aan de kant van de speelplaats.

Interieur
Trappen en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd. versierd met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. Muren met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van keramiektegels. Betegelde vloeren. Klaslokalen met hun oorspronkelijke inrichting: muuropeningen met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. aan de gang, houten wanden met ingewerkt schoolbord, een gootsteen en hoekkasten.

Claessensstraat 59 (© APEB, 2017).

Volume aan de Claessensstraat (III), rechthoekig, links gedeeltelijk bekroond door een L-vormige attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  die uitgeeft op een dakterras met een betonnen pergola. Symmetrische straatgevel van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën breder, de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. drieledig.
Achteraan, speelplaats onder een turnzaal.

Achtervleugel (IV) met klaslokalen, verlicht door brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan de kant van de speelplaats en afgeboord door een gang die op de benedenverdieping wordt geflankeerd door een volume met sanitaire voorzieningen.

Tivolistraat 13 (© APEB, 2017).

Crèche Tivoli (V), in L-vorm, verbonden met het complex van de Claessensstraat door een volume met gangen met afgeronde hoek. Het gedeelte aan de straatkant heeft een attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  die terugwijkt naar het linkerdeel, met een boogvormige uitbouw en een dakterras afgeboord door een pergola. Straatgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste, met de toegang, drieledig.
Speelplaats afgesloten door een rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. pergola.


Bronnen

Archieven
SAB/NPP Q24.
SAB/PP 3403.
SAB/OW 59072 (1916), 44612 (1931-1932), 44617 (1931-1932), 72799 (1944-1946), 85998 (1972), 108293 (1949).

Publicaties en studies
COSYN, A., Laeken Ancien et Moderne, Imprimerie scientifique Charles Bulens, Brussel, 1904, p. 155.
JURION-DE WAHA, Fr., WACHTELAER, A., Le petit monde de l’architecte Henri Jacobs, Annales de la Société Royale d’Archéologie de Bruxelles, dl. 71, 2013, pp. 208-211.
La mémoire des pierres, découvrez l’architecture scolaire à Bruxelles, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. 92-93.
LIBOIS, B. (o.l.v.), Les écoles de la Ville de Bruxelles. Un patrimoine architectural, Stad Brussel-Racine, Brussel, 2012, pp. 140-143.