Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Constantin-Émile MEUNIER – beeldhouwer – 1890-1902
Mario KNAUER – architect – 1929-1930
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Monument
bestaande uit beeldhouwwerken gemaakt tussen 1890 en 1902 door Constantin Meunier en architecturaal verwerkt
in een ontwerp van architect Mario Knauer in 1929-1930.
Geschiedenis
Midden jaren 1880 vatte Constantin Meunier het idee op van een Monument aan de Arbeid. Hij ontwierp de verschillende beeldhouwwerken waaruit het zou bestaan – stenen reliëfs en bronzen beelden – in de loop van de jaren 1890 en werkte verscheidene plannen voor hun uitvoering uit. In 1901 riep Meunier voor de architecturale opstelling van het monument de hulp in van Victor Horta, die verscheidene varianten voorstelde. In datzelfde jaar vroeg de beeldhouwer aan koning Leopold II toestemming om het monument op de rotonde van de Tervurenlaan te plaatsen. De Belgische staat weigerde het werk echter te kopen uit vrees voor socialistische betogingen aldaar. Uiteindelijk kocht de overheid de beelden toch, in 1903, na een petitie om te beletten dat ze door het Museum voor Schone Kunsten van Kopenhagen zouden worden gekocht. Constantin Meunier overleed in 1905.
Het duurde tot 1926 voordat het project werd hervat, toen de Société Centrale d’Architecture de Belgique (SCAB) een Comité pour l’érection du Monument au Travail de Constantin Meunier oprichtte. In 1929 organiseerde dit comité een wedstrijd, die door architect Mario Knauer werd gewonnen. Het monument werd geplaatst op de Jules de Troozsquare (het voormalige Place des deux Ponts [Tweebruggenplein]) en werd ingehuldigd op 12.10.1930, dus 25 jaar na de dood van de beeldhouwer. In 1949 werd het echter gedemonteerd toen de twee bruggen over het kanaal door een nieuw kunstwerk werden vervangen. In 1954 werd het monument heropgebouwd aan de andere kant van het kanaal, op de hoek met de Claessensstraat en de Koninginnelaan, aan de zuidkant afgeboord door de Jachtenkaai. De omgeving rond het monument werd in 1952 door architect Henry Van Montfort ontworpen.
Beschrijving
Het monument is gemaakt van Beiers graniet en heeft de vorm van een kubus waarvan de ribben worden gevormd door zware pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) op een sokkel met trappen. Elke zijde is versierd met een hoogreliëf in Chauvigny-steen, terwijl zich op de hoeken vijf bronzen beelden bevinden (bronsgieter Bernard Verbeyst). De hoogreliëfs stellen diverse arbeidsactiviteiten voor die elk met een van de vier elementen verbonden zijn: De nijverheid of het vuur, De oogst of de lucht, De mijn of de aarde, De haven of het water. De compositie wordt op de noordwestelijke hoek, in de aslijn van het monument, gedomineerd door het beeld van de Zaaier. Aan zijn voeten, los van het monument, bevindt zich de beeldengroep Het moederschap. Voor de drie overige hoeken bevinden zich zittende figuren die de Grijsaard, de Smid en de Gehurkte mijnwerker voorstellen.
Beschermd 28.09.1995.
Bronnen
Archieven
SAB/NPP E8 (1930, 1952).
Publicaties en studies
Het monument voor de arbeid van Constant Meunier, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999.
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 104.
DEROM, P. (o.l.v.), Les sculptures de Bruxelles, Galerie Patrick Derom, Brussel, Uitgeverij Pandora, Antwerpen, 2000, pp. 144-155.
Tijdschriften
“S.C.A.B. Monument au Travail de Constantin Meunier”, L’Emulation, nr. 2, 1927, pp. 17-18.
“S.C.A.B. Monument au Travail de Constantin Meunier”, L’Emulation, nr. 3, 1927, p.33.
“S.C.A.B. Monument au Travail de Constantin Meunier”, L’Emulation, nr. 4, 1927, p.41.
HENDRICKX, G., “Le Monument au Travail de Constantin Meunier. Concours public organisé par la Société Centrale d’Architecture de Belgique. Étude critique”, L’Emulation, nr.1, 1930.
KNAUER, M., “Le Monument au Travail de Constantin Meunier”, L’Emulation, nr.5, 1931, pp. 122-126.
“Het Monument aan de Arbeid”, SLA, Sint-Lukasarchief vzw, Brussel, nr. 2, mei-augustus 1995.