Typologie(ën)
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Dolf LEDEL – beeldhouwer – 1930-1933
Richard PRINGIERS – architect – 1912
Fernand BRUNFAUT – architect – 1930-1933
Maxime BRUNFAUT – architect – 1930-1933
COOPARCH-RU – architectenbureau – 1998-2004
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
In 1931 bouwden vader en zoon Brunfaut voor dezelfde maatschappij achter haar zetel twee modernistische appartementsgebouwen (zie nr. 1-7a Zelfbestuursstraat en 6-10 Lambert Crickxstraat).
Geschiedenis
De Prévoyance Sociale [De Sociale Voorzienigheid], die in 1907 werd opgericht als coöperatieve volksmaatschappij voor levensverzekeringen en van de Belgische Werklieden Partij afhing, kende al snel succes. In 1911 belastte de maatschappij architect Richard Pringiers met de bouw van een prestigieus gemengd gebouw, op een trapezoïdaal terrein in de aslijn van de nieuw aangelegde Luchtvaartsquare, wat het gebouw een maximale zichtbaarheid verleende. Het programma combineerde winkels, kantoren en woningen, want de maatschappij nam enkel de eerste verdieping in. Het was in art-nouveaustijl dat Pringiers, voormalig assistent van Victor Horta, het plan uittekende. In 1927 vergrootte Pringiers het gebouw aan de kant van de Lambert Crickxstraat om er een garage, een conciërgewoning en een uitbreiding met kantoren te vestigen.
Het ging de Prévoyance Sociale voor de wind, en in 1930 belastte ze de architect en socialistische volksvertegenwoordiger Fernand Brunfaut en zijn zoon Maxime met een ambitieus programma voor de uitbreiding en modernisering van het gebouw. In eerste instantie wou de maatschappij langs de Zelfbestuursstraat en de Lambert Crickxstraat en over de Coupure van de Kleine Zenne twee appartementsgebouwen laten optrekken, bestemd voor werknemers en met een commerciële benedenverdieping achter haar zetel. Aan de binnenkant van het huizenblok tussen deze twee gebouwen en de ruimte achter het gebouw van Pringiers werden toen ook een modernistische toren gebouwd die werd gebruikt als magazijnen-depots voor diverse coöperatieven van de socialistische beweging. De werkzaamheden werden in 1933 voltooid.
Tot slot kregen vader en zoon Brunfaut, na de pensionering van Pringiers, ook opdracht om de zetel van de Prévoyance Sociale te moderniseren en met één verdieping te verhogen. Ze bewaarden het globale silhouet en de buitenafwerking maar vervingen de koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. op de hoek door een nieuwe analoge verdieping. De eerste twee bouwlagen en de derde, gedeeltelijk, werden daarentegen resoluut gemoderniseerd, met een klemtoon op het modernismeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. en de pakketbootstijlArchitectuurstijl uit interbellum en geïnspireerd op de gestroomlijnde pakketbootesthetiek (boegvormige volumes, patrijspoorten, enz.).
In 1933 werd de eerste verdieping van de toren van de magazijnen-opslagplaatsen via een loopbrug met het hoofdgebouw verbonden.
De Prévoyance Sociale verliet de gebouwen in 1957. Van 1998 tot 2004 vond een grootscheepse restauratiecampagne plaats die het gebouw in de staat van 1933 herstelde.
Beschrijving
Hoofdgebouw
Buitenzijde
Gebouw op trapezoïdale plattegrond, uitgevoerd in overwegend lichte Silezische baksteen en hardsteen, met zeven bouwlagen, de tweede als tussenverdieping, de laatste twee als halve verdieping. Bedaking bestaande uit drie leistenen zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. in V, langs een klein driehoekig platform en bekroond door een terras tegen een verhoging. Een grote zeshoekige metalen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., met beglaasde tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust., overspant het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. vooraan. Achteraan, in de aslijn, verrijst een uitstekend trappengedeelte onder plat dak. Aan de Crickxstraat, bijpassende uitbreiding uit 1927 met dezelfde hoogte en een eenzelfde dakbedekking.
Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel, vijf op de zijgevels, waarvan vier dubbele en de laatste smal, aan de Crickxstraat met een secundaire ingang. Drieledige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de uitbreiding. In de vijf middelste bouwlagen, behalve in de tweede van de voorgevel, belijnen smalle insprongen de traveeën in de vorm van kolossale of onderbroken pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met een gewelfde stenen basis en bekroning. De bewaarde muuropeningen en de analoge openingen in de laatste bouwlaag uit 1931-1932 zijn allemaal korfboogvormig, op geprofileerde kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Vooraan zijn de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdieping gevat in een monumentale stenen opstand, met centraal frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., die oorspronkelijk vanaf de grond vertrok. Elders op de verdiepingen zijn de bakstenen omlijstingen versierd met stenen; de omlijstingen van de stijlen worden in kettingen verbonden in een horizontale ordonnantie die wordt benadrukt door andere kettingen ter hoogte van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. De bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. van de vijfde verdieping en die van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. van de uitbreiding worden afgeboord door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. omgekeerde archivoltenGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. De opstanden worden verlevendigd door een reeks balkons op enkelvoudige of gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. gebeeldhouwde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met gietijzeren borstwering: vooraan van de derde tot de vijfde bouwlaag, aan de zijkanten in de vierde en vijfde bouwlaag.
Het gebouw had ook een publicitaire functie. Zo prijkt op de top van de voorgevel, in een fijn geprofileerde stenen omlijsting met het jaartal “1912”, de naam van de coöperatieve maatschappij op een gekleurd sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). onderbroken door een wijzerplaat. De namen van de verschillende afdelingen staan te lezen op spiegels op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de derde bouwlaag: “ASSURANCES”, “VIE-INCENDIES”, “RENTES VIAGERES”, “ACCIDENTS”, “PRETS HYPOTHECAIRES”. Het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tussenverdieping vooraan is gedicht door een witstenen bas-reliëf van de hand van Dolf Ledel, met de voorstelling van een man die een schild vasthoudt dat een vrouw en kind tegen vallende stenen beschermt.
De modernistische interventies van vader en zoon Brunfaut in de eerste drie bouwlagen van het hoofdvolume hadden een ingrijpende impact op het gebouw, maar toch met respect voor het ritme van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De benedenverdieping is bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met blauw geaderd marmer en wordt belijnd door een lijst van gewassen granito dat gewapend beton verbergt; vooraan bevindt zich een drieledige toegangsportiek met zuilen van gepolijst graniet, met in de betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. bekleed met blauwe tegels drie fijne impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van zwarte tegels. Aan de zijkant van de benedenverdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een of drie monelenStenen vensterstijl. in het onderlicht en met een doorlopende uitspringende tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., tweemaal herhaald, in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., versierd met traliewerk; de monelenStenen vensterstijl. en tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. zijn bekleed met kleine blauwe mozaïektegels. Op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., muuropeningen met centrale moneelStenen vensterstijl. bekleed met zwarte tegels, verdeeld door twee niet doorlopende tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., behandeld als de vorige. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de eerste verdieping aan de kant van de straten zijn rechtgetrokken met een betonnen latei met een bekleding van granito en verdeeld door soortgelijke monelenStenen vensterstijl.: enkelvoudig, dubbel of drievoudig. Op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Crickxstraat en op de symmetrisch overeenstemmende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Zelfbestuursstraat zijn de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. vervangen door een vierledige beglaasde gewelfde muuropening, inspringend in een kleine loge, waarvan de schuine muur, waarop een bloembak rust, is bekleed met blauwe tegels en dito mozaïekwerk, versierd met stukjes verguld inlegwerk.
De deuren met twee vleugels van het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). zijn bekleed met koper en versierd met verchroomde platte horizontale staven en hoge buisvormige klinken; de deur van de herplaatste secundaire ingang is analoog behandeld. De uitbreiding van 1927 omvatte een inrijpoort en een langwerpig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder één metalen ligger, eveneens omgeven door een bepleistering in blauw imitatiemarmer. Het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van het hele gebouw is vernieuwd. Aan de kant van de straten rusten de houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. op hoge gebogen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met stenen druipers. Kortere consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ondersteunen de analoge kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis..
Interieur
In 1931-1932 werd het interieur volledig vernieuwd, met uitzondering van enkele metalen dragers en plankenvloeren en van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achterin; in de loop der jaren was het in heel slechte staat geraakt, en in 2002-2004 werd het gerestaureerd. Enkel de eerste twee bouwlagen werden hersteld naar oorspronkelijk ontwerp, inclusief de verlichting.
De witte ruimte, waarin de gebogen lijn overheerst, omvat in de aslijn een cirkelboogvormige portiekvestibule (porche-vestibule), een grote publieke hal (grand hall public) met eenzelfde kromming, betegeld met wit geaderd marmer en omringd door een doorlopende balie, en tot slot een grote traphal met een volledig beglaasde panoramische lift. De hal is gedeeltelijk betegeld met wit geaderd marmer en heeft twee centrale zuilen. De tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. is omgevormd tot een mezzanine voor bureaus voor de werknemers, verankerd aan fijne zuilen.
Alle dragers zijn gedeeltelijk gehuld in verchroomd metaal, net als de relingen en andere metalen beschermingen. Kleine aan elkaar palende lokalen, waaronder vestiaires, toiletten, vides en bureaus, vullen de achtergevel.
De grote wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt., over twee bouwlagen, omvat een dubbel trapdeel met gelijklopende delen en een tweede centraal trapdeel. Treden, overlopen en lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … zijn uitgevoerd in hetzelfde marmer als de hal; de handlijstenGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen. en de buisvormige dragers zijn verchroomd, maar de platte horizontale trapleuningstijlen zijn beschilderd.
Op de eerste verdieping monden de trappen uit in een grote hal met de liftkooi. Aan deze T-vormige hal liggen een grote vergaderzaal vooraan en de vier tegenover elkaar liggende bureaus van de voormalige directeur, aangevuld met vestiaires en sanitaire ruimten. Deze zaal, evenals de middelste bureaus, hebben een boogvormige plattegrond; die bureaus, verfraaid met een cosy-corner, geven uit op een klein hoekterras.
De bureaus zijn bekleed met palissanderhout, notelaar, lichte berk of acajou; het voorste gedeelte van de hal is betimmerd met verguld essenhout.
De thans geherstructureerde bovenste verdiepingen bevatten de bureaus van de bedienden in een hiërarchische ordening, terwijl de vijfde verdieping was voorbehouden voor de refter en de keuken.
In de traphal achteraan, uit 1912, ontwikkelen zich, rond een rechthoekig trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis., evenwijdige trapdelen met hardstenen treden, beschermd door een smeedijzeren leuning in art-nouveaustijl. In 2004-2006 werd ze in analoge stijl verlengd om toegang te geven tot een verhoging van het gebouw.
Toren
De toren staat in de driehoekige binnenplaats gevormd door de gebouwen aan de Zelfbestuursstraat en de Lambert Crickxstraat en heeft zelf ook een driehoekige plattegrond; erdoorheen loopt een berijdbare doorgang die als toegang dient en met het kantoorgebouw is verbonden. Onder het terras heeft de toren acht gecementeerde verdiepingen met een structuur van gewapend beton. Aan de afgeronde punt van de voorstevenvormige uitsprong is het gebouw is toegankelijk via een trap met driehoekig trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. met volle leuning en een buisvormige handgreep. De trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en bouwlagen worden gul verlicht door registersVensterstrook in een topgevel. van glaspartijen met metalen raamwerk (vervangen).
Bronnen
Archieven
GAA/DS 13483 (01.02.1913), 24464 (01.03.1932), 46857bis (24.10.1988), 46858bis (20.11.1989).
Stichting CIVA/fonds Brunfaut.
Publicaties en studies
HENNAUT, E., CAMPIOLI, M., Prévoyance Sociale, square de l’Aviation 31 à Anderlecht. Etude historique et projet de restauration, Archives d’Architecture Moderne, Brussel, 2001.
HENNAUT, E., La Prévoyance Sociale, AAM Editions, Brussel, 2004.
SCHOONBROODT, B., Anderlecht, verz. Guide des communes de Bruxelles, CFC-Editions, 1998, pp. 85-86.
SCHOONBROODT, B., Anderlecht. Les Chemins du Patrimoine, Cultureel Centrum van Anderlecht, s.d., pp. 66-68.
TOERISME ANDERLECHT, Art Deco & Modernisme in Anderlecht, uitgave van de gemeente, 2018, pp. 56-59.
Tijdschriften
DIEDERICH, R., “L’ancien immeuble de la Prévoyance Sociale à Anderlecht”, Anderlechtensia, 62, december 1991, pp. 4-19.
IMBERT, C., “L’immeuble de la Prévoyance Sociale à Bruxelles”, La Technique des travaux, juni 1933, pp. 343-356.
“L’immeuble de la Prévoyance Sociale à Bruxelles”, Le Document, 4, 1934, pp. 58-61.
Websites
Oorlogsslachtoffers
Studie- en documentatiecentrum oorlog en hedendaagse maatschappij