Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
werkplaats (ambachtelijk)
gelijkvloers met handelszaak
werkplaats (ambachtelijk)
Ontwerper(s)
A. LAGACHE – architect – 1926-1928
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 34858
Beschrijving
Appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met
art-deco-accenten en met commerciële benedenverdieping, uitgerust met een
achterliggende werkplaats in art-decostijl, ontworpen door architect A. Lagache in 1926.
Gesigneerd op de sokkel “A. LAGACHE / ARCHITECTE / 1928”.
Aan straatzijde, gebouw van zeven bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel in oranjekleurige baksteen, similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. Rijk gebeeldhouwd decor. Opstand van vijf symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, inrijpoort, toegangsdeur (verbouwd tot etalage) en winkelpui met centrale deur, elk met een omlijsting met geprofileerde balustervormige elementen die rusten op een basis met cirkelvormige uitsnijding. Ze worden geflankeerd door gecanneleerde pilasters op geometrische consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Hardstenen sokkel met gewelfd profiel. In de hogere bouwlagen, heel smalle middentravee met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de verdiepingen. Rondboogvensters op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de middentraveeën flankeren, zijn voorzien van een balkon met smeedijzeren borstwering op de eerste verdieping. Op de zijtraveeën, gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over vier bouwlagen, met gewelfde voorzijde en ronde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op cirkelboogvormige consoles, doorlopend langs een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Vensters van de erkers met twee monelenStenen vensterstijl.. Borstweringen van bakstenen, rechtopstaand op de middentravee, schuin geplaatst op de tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
In de zevende bouwlaag, zijtraveeën met rondboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., bekroond door een bijkomende bouwlaag met een boogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., geflankeerd door pilasters die hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vormen, onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van cannelures. Centraal, verdieping behandeld als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met een geriemde omlijsting versierd met linten en een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onderbroken door smeedijzeren borstweringen; centraal guirlandemotief met achtknoop. De stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. aan de zijkanten dient als sokkel voor twee zuilen met bewerkt kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en vierkante volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., het geheel onder een doorlopende gemetselde dakkapel die een kleine klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak. vervangt. Kroonlijsten en raamwerk op de verdiepingen bewaard, sommige met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
Interieur. Voetgangersingang naar het trappenhuis achteraan. Twee liften: de hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is. is bereikbaar vanuit de hal, de andere leidt rechtstreeks vanuit de kelderverdieping naar de appartementen. Twee woningen op de tussenverdieping; de woning rechts is vanuit de winkel toegankelijk via een wenteltrap. Eén appartement per verdieping.
Achteraan, vroeger grenzend aan de Zenne, atelier van vier bouwlagen onder plat dak (volgens oorspronkelijk plan slechts twee) en vijf symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laterale smaller. Gevel in dezelfde materialen als aan straatzijde. Traveeën versierd met geprofileerde arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. en een veelhoekige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Muuropeningen op benedenverdieping onder impostvenster met een, twee of drie monelenStenen vensterstijl.. Raamwerk, met metalen roedeverdeling, grotendeels bewaard. Centrale vrije muuropening met een trap in granito met smeedijzeren leuning.
Aan straatzijde, gebouw van zeven bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel in oranjekleurige baksteen, similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. Rijk gebeeldhouwd decor. Opstand van vijf symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, inrijpoort, toegangsdeur (verbouwd tot etalage) en winkelpui met centrale deur, elk met een omlijsting met geprofileerde balustervormige elementen die rusten op een basis met cirkelvormige uitsnijding. Ze worden geflankeerd door gecanneleerde pilasters op geometrische consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Hardstenen sokkel met gewelfd profiel. In de hogere bouwlagen, heel smalle middentravee met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de verdiepingen. Rondboogvensters op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de middentraveeën flankeren, zijn voorzien van een balkon met smeedijzeren borstwering op de eerste verdieping. Op de zijtraveeën, gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over vier bouwlagen, met gewelfde voorzijde en ronde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op cirkelboogvormige consoles, doorlopend langs een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Vensters van de erkers met twee monelenStenen vensterstijl.. Borstweringen van bakstenen, rechtopstaand op de middentravee, schuin geplaatst op de tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
In de zevende bouwlaag, zijtraveeën met rondboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., bekroond door een bijkomende bouwlaag met een boogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., geflankeerd door pilasters die hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vormen, onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van cannelures. Centraal, verdieping behandeld als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met een geriemde omlijsting versierd met linten en een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onderbroken door smeedijzeren borstweringen; centraal guirlandemotief met achtknoop. De stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. aan de zijkanten dient als sokkel voor twee zuilen met bewerkt kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en vierkante volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., het geheel onder een doorlopende gemetselde dakkapel die een kleine klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak. vervangt. Kroonlijsten en raamwerk op de verdiepingen bewaard, sommige met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
Interieur. Voetgangersingang naar het trappenhuis achteraan. Twee liften: de hoofdliftIn het nederlands gebruiken we de term hoofdlift wanneer er in het gebouw ook een dienstlift aanwezig is. is bereikbaar vanuit de hal, de andere leidt rechtstreeks vanuit de kelderverdieping naar de appartementen. Twee woningen op de tussenverdieping; de woning rechts is vanuit de winkel toegankelijk via een wenteltrap. Eén appartement per verdieping.
Achteraan, vroeger grenzend aan de Zenne, atelier van vier bouwlagen onder plat dak (volgens oorspronkelijk plan slechts twee) en vijf symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laterale smaller. Gevel in dezelfde materialen als aan straatzijde. Traveeën versierd met geprofileerde arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. en een veelhoekige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Muuropeningen op benedenverdieping onder impostvenster met een, twee of drie monelenStenen vensterstijl.. Raamwerk, met metalen roedeverdeling, grotendeels bewaard. Centrale vrije muuropening met een trap in granito met smeedijzeren leuning.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 19457 (27.09.1926).