Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Pierre MEEWISarchitect1912-1922

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36360
lees meer

Beschrijving

Twee opbrengstpanden met commerciële benedenverdieping en twee gebouwen gebruikt als atelier en/of magazijn, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen in 1912, 1920 en 1922 door architect Pierre Meewis voor de familie Fontaine, gespecialiseerd in lederwaren en huiden.

In 1912 ontwierp architect Meewis voor Auguste Fontaine twee gebouwen die rug aan rug en haaks op elkaar werden ingeplant: een opbrengstpand op nr. 27-31 van de Zelfbestuursstraat en een gebouw bestemd voor een atelier op de benedenverdieping en een magazijn op de verdiepingen op nr. 18-20 van de Limnanderstraat. In 1916 breidde Auguste Fontaine dit laatste gebouw uit met een achtergebouw gebruikt als garage, koetshuis en stalling. In 1920 ontwierp Meewis voor Emile Fontaine een magazijn naar identiek model als uitbreiding van het eerste magazijn, op nr. 22 van de Limnanderstraat. In 1922, ten slotte, liet dezelfde eigenaar rechts van het opbrengstpand een tweede magazijn met analoge compositie bouwen, op nr. 21-25 van de Zelfbestuursstraat.

De vier gebouwen hebben gevels in hardsteen op de benedenverdieping en in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen op de verdiepingen.

Op nr. 18-20 en 22 Limnanderstraat, gebouwen van vier bouwlagen onder plat dak vooraan en sheddak achteraan, dat laatste na 2004 vervangen door een verhoging op nr. 18-20. Bijna identieke gevels met respectievelijk vier en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verbouwde benedenverdiepingen, vroeger met muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.: een of twee brede deuren en een venster met drie monelenStenen vensterstijl.. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Muuropeningen onder I-balk (bepleisterd op nr. 18-20) op pilastervormige stijlen, die van de middentraveeën op nr. 18-20 en de eerste twee op nr. 22 met pilastervormige moneel. Gegroefde onderdorpels op de eerste verdieping. Op de tweede verdieping, borstweringen van de muuropeningen versierd met een decor van canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. versierd met stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte. van bladversiering en onder tandlijst. Fries op het hoofdgestel versierd met zeewierbossageHeel bijzonder soort bossage met dooraderend motief tot zeewierachtige imitatie. en schijven. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder een attiekmuurtje. Schrijnwerk vervangen.
Binnen op nr. 18-20, oorspronkelijk, linkerdeur naar het atelier, rechterdeur naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., verpakkingslokaal (local d’emballage) ertussen. Achteraan, plateaus met twee rijen gietijzeren zuilen, verlicht door een centrale lichtschacht, op de verdiepingen behandeld als galerij afgesloten door een metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op nr. 22, analoge indeling, met een lichtschacht die door het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. wordt ingenomen.

Op nr. 21-25 en 27-31 Zelfbestuursstraat, gebouwen van zes bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., onder mansarde en plat dak, elk verlengd door een achtergebouw met dezelfde hoogte of één bouwlaag lager. Symmetrische opstanden van vier of vijf traveeën op de verdiepingen. Op de benedenverdiepingen, centrale ingang geflankeerd door twee puien met gecanneleerde pilastervormige stijlen, onder entablement. Op nr. 27-31, puien met boogvormige etalages die terugwijken naar de lichtjes inspringende centrale ingang (schrijnwerk vervangen). Op nr. 21-25, benedenverdieping met centrale toegangsportiek, met in het midden de private ingang en in de afgeschuinde vlakken de winkeldeuren; etalages onder uitspringend entablement. Tussenverdiepingen met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., smeedijzeren borstweringen en medaillonsRonde of ovale cartouche. met guirlande. Op de zijtraveeën, muuropeningen met twee monelen. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met versierde ringen, de meeste onder een topstuk dat tot boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). reikt. Op nr. 27-31, bredere centrale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die een schoorsteenkoker vormt waarvan de grote pijp een aedicula op het dak vormt. Op nr. 21-25 worden de centrale pilasters verlengd in het dak, waar ze een dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. vormen, samen met twee laterale dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op de zijtraveeën, trapezoïdale gestapelde erkers over twee bouwlagen, bekroond door een terras met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in smeedijzer en gietijzerHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons.. Borstweringen op de tweede en de laatste verdieping met canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster., de eerste versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Borstweringen op de derde verdieping met medaillonRonde of ovale cartouche.. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Deur met getraliede ramen en het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen bewaard op nr. 21-25. Beglaasde metalen deur bewaard op nr.27-31.
Binnen op nr. 27-31, oorspronkelijk, centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. geflankeerd door trappen tussen de benedenverdieping en de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Conciërgewoning centraal in deze bouwlaag. Op de verdiepingen, één grote woning met vertrekken ingedeeld volgens spiegelbeeldschema.

Bronnen

Archieven
GAA/DS Limnanderstraat 18-20 en Zelfbestuursstraat 27-31: 13769 (15.04.1913); Limnanderstraat 18-20: 14562 (19.09.1916); Limnanderstraat 22: 15024 (04.06.1920); Zelfbestuursstraat 21-25: 16474 (1922).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Limnander (rue)”, 1914. 
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Autonomie (rue de l’)”, 1920.