Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Léon STYNEN – architect – 1962-1967
Paul DE MEYER – architect – 1962-1967
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Gemeentelijk Scholencomplex Steensstraat, ook wel Peter Panschool.
Modernistisch complex n.o.v. arch. Leon Stynen en Paul De Meyer, 1962 (ontwerp), 1963-67 (uitvoering), 1970-1973 (uitbreiding door verhoging van de vleugels A en B).
Strakke architecturale concept, met spel van horizontale en verticale partijen en open en gesloten volumes, kan ingeschreven worden binnen brutalistische beweging. Wit beschilderd betonnen complex herbergt kinderbewaarplaats, kleuterschool en lagere school; recent tevens academie voor beeldende kunsten en twee culturele organisaties in ondergebracht.
Situering: gelegen op een hellend terrein tussen Retoricastraat en Steensstraat. Sterk contrasterende inplanting binnen bouwblok met burgerwoningen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl.
Historiek: plannen voor nieuw gemeentelijk scholencomplex op dit terrein, ter vervanging van de school nr. 7 op Waterloosesteenweg, gaan terug tot 1933. In 1952 nam het project een nieuwe start door het uitschrijven van een ontwerpwedstrijd. Tengevolge van fundamentele wijzigingen aan het oorspronkelijk concept werd het bekroonde ontwerp “Duplex” van arch. George Demettre nooit uitgevoerd. Slechts in 1962 werd het definitieve ontwerp van L. Stynen en P. De Meyer goedgekeurd.
Om bouw mogelijk te maken verdwenen talrijke huizen uit XIX, waaronder nr. 25 n.o.v. arch. Prudent Mabbe, 1894 en nr. 27 n.o.v. arch. Hubert Marcq, 1894, (volgens De Keyser, G., 1996).
Opbouw: complex met drie rechthoekige vleugels onregelmatig in U-vorm geschikt rond speelplaats en afgesloten door omheiningmuur.
Eerste vleugel met vier bouwlagen onder dakterras (A), tweede vleugel van zes bouwlagen (B) en derde half verzonken vleugel van één bouwlaag (C). Allen toegankelijk via Retoricastraat en nooduitgang via Steensstraat.
Gevel Retoricastraat samengesteld uit twee haaks t.o.v. elkaar geplaatste rechthoekige volumes, nl. vleugels A en B.
Volume links (A): op benedenverdieping portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met helling naar eerste verdieping (uitgang lagere school) naast zijdelingse toegangspartij (nr. 19), verlicht door groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en versierd met keramisch paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met bronzen reliëf en opschrift “ECOLE PETER - PAN”, rechtsonder gesigneerd “SIGISMONDI 74”.
Achterwand portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met breed vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. uit glastegels en poort (nooduitgang), afgesloten door hekken. Gevel op verdiepingen met vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. en dakterras met pergola.
Volume rechts (B): op benedenverdieping portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met glazen toegangsdeuren (links naar nr. 13, school Peter Pan en rechts naar nr. 11, kinderbewaarplaats ‘Les Bengalis'), keramisch paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met opschrift “CRECHE LES BENGALIS”. Gevel op verdiepingen doorbroken door enkele muuropeningen.
Gevels koerzijde: muuropeningen met brede en smalle vensterpartijen met georiënteerde tussenschotten. Vleugel B met uiterst links loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en inspringende hoogste bouwlaag met galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden..
Gevel vleugel B, gericht naar Munthofstraat (kribbe): portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. op benedenverdieping, gevel verder belijnd door brede doch smalle vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. en onderbroken door hoger volume (trappenhuis) met enkelvoudige muuropeningen.
Gevel Steensstraat: omheiningsmuur sluit het complex af. Gevel van vleugel B met risaliterendeRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. partij doorbroken door enkele smalle muuropeningen voorzien van kubusvormige balkons.
Ruimtelijke indeling: vleugels zijn intern met elkaar verbonden. A en B in de tweede bouwlaag, A en C in de eerste bouwlaag. Enkel kribbe ligt onafhankelijk en heeft eigen toegang.
In vleugels A en B voornamelijk klaslokalen, naast kantoren voor directie en secretariaat, leraarskamer, bibliotheek, nutsvoorzieningen (sanitair, keukens) en circulatieruimtes (gangen en trappenhuizen). GalerijenOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. en loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. functioneren als speelplaatsen. Uitbouw op begane grond van vleugel B (kleuterklassen) voorzien van groendaken en heeft in Steensstraat ondiepe uitbouw met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. (nooduitgang).
In de half verzonken derde vleugel (C) is turnzaal met kleedkamers en douches ondergebracht. Het dak ervan sluit aan op galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. van vleugel A en fungeert als speelplaats. Speelplaats op de begane grond deels geplaveid, deels grasperk met bomen.
Interieur: veelvuldig gebruik van hout voor wanden, ingebouwde kasten in klaslokalen, vloeren bekleed met linoleum of tegels.
Turnzaal met parketvloer, wanden bekleed met hout, plafond in ruwe beton met drie ronde daklichten, kleedkamer volledig bekleed met witte keramische tegels.
Bronnen
GASG/DS verslagen gemeenteraad: 13.07.1933, 10.01.1952, 27.04.1954, 28.10.1954, 28.04.1955, 30.06.1955, 02.05.1957, 26.06.1958, 20.03.1962.
Publicaties en studies
ARON, J., DE BECKER, F., PUTTEMANS, P., Inventaris van het hedendaagse patrimonium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994, fiche 76.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., L'Architecture moderne à Bruxelles, éd. de l'Octogone, Brussel en Louvain-la-Neuve, 2000, p. 197.
Tijdschriften
‘ Concours pour la construction d'une groupe scolaire rue Steens à Saint-Gilles. Projet “ Duplex ”, arch. G. Demettre ', Rythme, 19-20, 1954, pp. 38-39.