Typologie(ën)

overdekte markt/hal

Ontwerper(s)

Edmond LE GRAIVEarchitect1876-1877

Juridisch statuut

Afgebroken en/of verbouwd in

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2007-2009

id

Urban : 19375
lees meer

Beschrijving

Geschiedenis

De voormalige hallen die thans gesloopt zijn maken deel uit van het Plan d'alignement et d'expropriation par zones pour la transformation du quartier dit de Saint-Boniface, toegevoegd aan het K.B. van 10.05.1876, betreffende de inrichting van de voormalige/zogenaamde voorstad van de Naamsepoort (Faubourg de la porte de Namur). Daarin was de bouw voorzien van een overdekte markt op het vrij gebleven terrein tussen de Kribbestraat, de Tulpstraat, Sans Soucistraat en Raadstraat. Deze nieuwe overdekte markt moest de infrastructuur van de Gemeente Elsene, die al over een slachthuis beschikte (zie Van Volsemstraat nr. 71), vervolledigen en ook nieuwe impulsen geven aan de stedenbouwkundige ontwikkeling van de wijk.

De plannen werden in 1876 getekend door de Elsense architect Edmond Legraive, en goedgekeurd door de gemeente in 1877. Deze besliste om voor de bouw een openbare aanbesteding uit te schrijven. Ed. Legraive die in 1872-1874 had samengewerkt met Pierre-Léon Suys aan de Centrale Hallen van Brussel (gesloopt in 1956), ontwierp voor Elsene een gebouw dat aansloot bij de stijl van de overdekte markten die in de 19e eeuw zowat in alle Europese steden werden gebouwd.

Het basiscontract met een bestek van 635.000 frank – het oorspronkelijk door de gemeente voorziene budget bedroeg 240.000 frank – werd toegewezen aan aannemer Camille Joseph Eggermont. De werken begonnen in 1878 en waren voltooid binnen de voorziene termijn. De nieuwe overdekte markt werd op 29.11.1879 plechtig ingewijd, in aanwezigheid van koning Leopold II.

Het qua afmetingen en luxueuze decoratie prestigieuze gebouw, verwekte heftige polemieken omdat het slecht was aangepast aan zijn functie en buitensporig veel geld kostte. Toen het nauwelijks was opgeleverd, moesten er verbeteringswerken worden uitgevoerd, die de totale bouwkosten verhoogden tot meer dan 1 miljoen frank (vervanging van slecht functionerende waterleidingen, vervangen van het glazen dak door zinken golfplaat, vervanging van verzakte keramische vloertegels door asfalt, bouw van twee luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. voor de reizende marktkramers). Tegelijkertijd verliep de exploitatie van de hallen erg moeizaam: in 1894 was de helft van de kramen onbenut.
De hallen raakten in onbruik, maar werden vanaf 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikt door het Comité national de Secours et d'Alimentation, dat werd opgericht door Ernest Solvay. De hallen werd in 1936 definitief gesloten en tot in 1971 als opslagplaats gebruikt. In datzelfde jaar werden ze, samen met de andere huizen op hetzelfde huizenblok gesloopt om plaats te maken voor een nieuw woningencomplex (square van Châtelaillon-Plage).

Tulpstraat, voormalige hallen van Elsene, s.d. (gesloopt) (Verzameling van Dexia Bank).

De stenen voorgevel gaf uit op de Tulpstraat. Hij had de vorm van een drieledig portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met telkens een rondboogdeur. Het centrale, meest monumentale deel van de gevel, was getooid met vier zuilen onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat werd bekroond met een balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en door een centraal frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. dat werd onderbroken door een monumentaal beeld van Ceres, godin van de Overvloed en Voorspoed (beeldhouwer Louis Samain). De terreinen grenzend aan de drie andere gevels, die eveneens een toegang tot de straat hadden, werden verdeeld in percelen en werden als bouwgrond verkocht.

Tulpstraat, voormalige hallen van Elsene (gesloopt), grondplan van de benedenverdieping ([i]L’Émulation[/i], 1881), GAE/OW 71, map nr. 267 ‘Halles d’Ixelles’, (blad 2).

Het interieur van de hallen had de vorm van een Latijns kruis, bestaande uit een soort hoofdbeuk, doorbroken door een dwarsbeuk en eindigend in een gebogen abside, voorbehouden voor de verkoop bij opbod. In het voorste gedeelte van het schip bevonden zich halfweg tussen de ingang en de dwarsbeuk, twee halfronde absiden. Een immens glazen dak rustte op een metalen structuur en op de kruising van de dwarsbeuk stond een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. rustend op pendentieven.
Op de benedenverdieping bevonden zich de marktkramen: het voorste gedeelte was voorbehouden aan de verkoop van groenten en fruit, in het achterste gedeelte, ter hoogte van de dwarsbeuk, bevonden zich de vlees- en wild- en gevogeltekramen. In een deel van de kelder was een ijskelder ingericht die bereikbaar was via de Sans Soucistraat. Hij werd na openbare aanbesteding verhuurd aan de firma ‘Les glacières de Saint-Gilles', opgericht in 1874.

Bronnen

Archieven
GAE/OW 71, farde nr. 267 ‘Halles d'Ixelles'.

Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., DELSAUTE, J.-L., et al., Le quartier Saint-Boniface, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1998 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 23), p. 11.
DEWEZ, M.-A., L'urbanisation du quartier Saint-Boniface (Licentiaatsthesis in de hedendaagse geschiedenis), UCL, Louvain-la-Neuve, 1982-1983, pp. 24, 93-124.
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 130.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp. 233-240.
LOZE, P., (dir.), Poelaert et son temps (Tentoonstellingscatalogus), Gemeentekrediet van België, Brussel, 1980, pp. 89-90.
MIGNOT-DELSTANCHE, A., Projet de voies nouvelles, et choix d'un emplacement pour un marché couvert à Ixelles, Elsene, 1873.

Tijdschriften
DELABY, E., ‘Les anciennes glacières d'Ixelles', Mémoire d'Ixelles, 33, 1989, pp. 49-51.
‘Ixelles: Halles', Bulletin des Commissions Royales des Monuments et Sites, 1878, XVII, p. 250.
LEGRAIVE, E., ‘Halles d'Ixelles', L'Émulation, 1881, pl. 21-28.
‘Œuvres publiées, Halles d'Ixelles', L'Émulation, 1881, col. 24.