Typologie(ën)

fabriek
school

Ontwerper(s)

Eugène DHUICQUEarchitect1924-1927

Ernest ACKERarchitect1905

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32571
lees meer

Beschrijving

Voormalige papierfabriek Papeteries De Ruysscher, later Papeteries de Belgique. Heden Technisch Instituut Anneessens. Omvangrijk bedrijfscomplex op hoek met Zespenningenstraat nr. 1, in drie fasen opgetrokken in de loop van de eerste helft van de 20e eeuw.

Kern gevormd door de centrale vleugel gelegen op Groot Eiland, met art nouveau-inslag, naar ontwerp van architect Ernest Acker, 1905.
Gebouw met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en pseudo-mansardedak, op onregelmatige plattegrond met centraal binnenplein ; constructie met gebruik van ijzer voor de structuur. Verzorgde gevelparementen met levendige combinatie van witte en rode baksteen in decoratief metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt., onder meer friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met geometrisch patroon op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., hardstenen lagen en sokkel ; I-balken met rozetten als overspanning van de muuropeningen. Voorgevel van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), afgewerkt met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Links brede ingangspartij van drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door centraal afgeschuind portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met fraaie ijzeren hekafsluiting, waarboven drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., ook in het bijkomende dakvenster met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Rechts regelmatige opbouw met verticaliserend ritme van steekbogen in beneden-, oplopende rechthoekige openingen in bovenbouw, met smalle penantstructuur. Ruime venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met kleine roeden; getraliede souterrainopeningen. Gelijkaardige opstand rond het binnenplein, deels verhoogd met vierde bouwlaag. Opengewerkte begane grond, oplopende bovenvensters en pilasterindeling. Oplopende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met typisch profiel ; driezijdige ijzeren uitbouw met markant art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. glas-in-loodraam door A. Paulis (1928). Vestibule met ijzeren roostering en gemetselde gewelfkappen.

In Zespenningenstraat, uitbreiding met imposante hoekvleugel in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar een ontwerp van de architect Eugène Dhuicque van 1924, voltooid in 1927, zie ook gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift..
Gebouw met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., vier bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op L-vormige plattegrond; betonstructuur. Gevelparement van geelgekleurde baksteen met verwerking van natuur- en hardsteen onder meer voor sokkel en gebeeldhouwd decor. Afgeschuinde hoekpartij gemarkeerd door kolossale lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., bewerkte postamenten
en trapezoïdale frontonbekroning met typische bloemenfriezen. Korfboogportaal met druk geprofileerde archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en ijzeren hekafsluiting; luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op gestrekte uiteinden met markante polychrome ceramiekbekleding, met bladranken waarin stadswapens. Aansluitend gebeeldhouwd medaillon met monogram “CDR”, welvaarts- en nijverheidsemblemen. Oplopende drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op verdieping. Zijgevels met alternerend ritme van smalle verticaliserende risalieten, geleed door de kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., de bovenste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met postamenten. Ruime vensterpartijen voorzien van metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kleine roeden, doorlopend  over tweede en derde bouwlaag. Fraaie zeszijdige inkomhal : polychrome ceramiekbekleding van wanden en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) waarin papiermerken, marmeren bevloering met sterpatroon, balie voor hogervermeld glas-in-lood.
Uitbreiding ter rechter zijde (Groot Eiland) van vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvoor bouwaanvraag van 1949. Opstand met elementen van beide vleugels, links gemarkeerd door oplopende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 3283 en 76736 (1905), 58699-58701 (1924-1927), 60762 (1949).

Tijdschriften
L’Emulation,
 1908, pl. 1-2.