Typologie(ën)

fabriek
school

Ontwerper(s)

Eugène DHUICQUEarchitect1924-1927

Ernest ACKERarchitect1905

Juridisch statuut

Beschermd sinds 22 februari 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32571
lees meer

Beschrijving

Voormalige papierfabriek Papeteries De Ruysscher, later Papeteries de Belgique. Heden Technisch Instituut Anneessens. Omvangrijk bedrijfscomplex op hoek met Zespenningenstraat nr. 1, in drie fasen opgetrokken in de loop van de eerste helft van de 20e eeuw.

Kern gevormd door de centrale vleugel gelegen op Groot Eiland, met art nouveau-inslag, naar ontwerp van architect Ernest Acker, 1905.
Gebouw met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en pseudo-mansardedak, op onregelmatige plattegrond met centraal binnenplein ; constructie met gebruik van ijzer voor de structuur. Verzorgde gevelparementen met levendige combinatie van witte en rode baksteen in decoratief metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt., onder meer friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met geometrisch patroon op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., hardstenen lagen en sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. ; I-balkenIJzeren latei met I-profiel. met rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. als overspanning van de muuropeningen. Voorgevel van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), afgewerkt met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Links brede ingangspartij van drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door centraal afgeschuindSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met fraaie ijzeren hekafsluiting, waarboven drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., ook in het bijkomende dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Rechts regelmatige opbouw met verticaliserend ritme van steekbogenBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. in beneden-, oplopende rechthoekige openingen in bovenbouw, met smalle penantstructuur. Ruime venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met kleine roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.; getraliede souterrainopeningen. Gelijkaardige opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. rond het binnenplein, deels verhoogd met vierde bouwlaag. OpengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. begane grond, oplopende bovenvensters en pilasterindeling. Oplopende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met typisch profiel ; driezijdige ijzeren uitbouw met markant art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. glas-in-loodraam door A. Paulis (1928). Vestibule met ijzeren roostering en gemetselde gewelfkappen.

In Zespenningenstraat, uitbreiding met imposante hoekvleugel in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar een ontwerp van de architect Eugène Dhuicque van 1924, voltooid in 1927, zie ook gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift..
Gebouw met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., vier bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op L-vormige plattegrond; betonstructuur. Gevelparement van geelgekleurde baksteen met verwerking van natuur- en hardsteen onder meer voor sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en gebeeldhouwd decor. AfgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoekpartij gemarkeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., bewerkte postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.
en trapezoïdale frontonbekroning met typische bloemenfriezen. Korfboogportaal met druk geprofileerde archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en ijzeren hekafsluiting; luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op gestrekte uiteinden met markante polychrome ceramiekbekleding, met bladranken waarin stadswapens. Aansluitend gebeeldhouwd medaillonRonde of ovale cartouche. met monogram “CDR”, welvaarts- en nijverheidsemblemen. Oplopende drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op verdieping. Zijgevels met alternerend ritme van smalle verticaliserende risalietenRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geleed door de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., de bovenste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Ruime vensterpartijen voorzien van metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kleine roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., doorlopend  over tweede en derde bouwlaag. Fraaie zeszijdige inkomhal : polychrome ceramiekbekleding van wanden en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) waarin papiermerken, marmeren bevloering met sterpatroon, balie voor hogervermeld glas-in-lood.
Uitbreiding ter rechter zijde (Groot Eiland) van vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvoor bouwaanvraag van 1949. OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met elementen van beide vleugels, links gemarkeerd door oplopende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 3283 en 76736 (1905), 58699-58701 (1924-1927), 60762 (1949).

Tijdschriften
L’Emulation,
 1908, pl. 1-2.