Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1700

Juridisch statuut

Beschermd sinds 20 juli 1993, 19 mei 2005

Stijlen

Traditionalisme
Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32159
lees meer

Beschrijving

Traditioneel hoekhuis (Naam Jezusstraat), daterend uit 17e eeuw, met twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder links afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met steile helling en afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.

Verankerde baksteenbouw met gebruik van nu witgeschilderde zandsteen voor hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., negblokken van vroegere kruiskozijnen, speklagen in het verlengde van de dorpelsOnderdorpel van een deur., en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. ontlastingsboogjes op begane rond. Barokke poortomlijsting: korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met kwarthol profiel aan dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. neut, imposten met drop, gebeeldhouwde cartouchesleutel met schip en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; ovaal bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met imposten, sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., druiplijst op gestrekte uiteinden en bolornament, geflankeerd door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., aansluitend bij de boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. van de poort. Voorts verbouwde pui. Verankerde en beschilderde zijgevel met één later bovenvenster; lagere verankerde aanbouw (nok parallel met Naam Jezusstraat) begrensd door getuit aandak met muurvlechtingen.