Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)
woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1700

Juridisch statuut

Beschermd sinds 23 mei 1991

Stijlen

Traditionalisme
Neoclassicisme
Rococo

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32092
lees meer

Beschrijving

In oorsprong twee afzonderlijke breedhuizen, vermoedelijk met traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). 17e-eeuwse kern, heden samengetrokken; drie bouwlagen en elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), respectievelijk onder door aandaken gemarkeerd zadelen mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. In neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl aangepaste lijstgevels (eerste helft 19e eeuw), heden verenigd door een vernieuwde bekleding. 

Rechthoekige, naar boven toe verkleinende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempels. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pseudofronton. Spiegelboogpoort met hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl, in vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): geprofileerd kwarthol beloop met neuten, rocaillemotieven als sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., onder geprofileerde en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden, uit derde kwart 18e eeuw; steenhouwersmerk. Oorspronkelijk smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., met later ingevoegde lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten., in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..