Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 3929
lees meer

Beschrijving

Drie huizen met neoclassicistische inslag, ontworpen in 1876 als ensemble met nr. 139.

Oorspronkelijk één gebouw met woningen en ateliers voor pianobouw, met houthangar aan achterzijde. In 1891-1892 verbouwd tot vier afzonderlijke huizen.

Nr. 139 en 141 verhoogd met bouwlaag (respectievelijk 1929 en 1930), met toevoeging van mansarde op nr. 139 en bekleed met brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. (1988).

Bepleisterde gevels met drie bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Getoogde muuropeningen met afgeronde boogruggenBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam., benadrukt door kleine omlijsting. Panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in tweede bouwlaag. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling deels vervangen.

Op nr. 145, achterbouw n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1927.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 3618 (1876); 139: 2912 (1891), 3062 (1892), 201 (1929), 30 (1930), 78 (1988); 141: 30 (1930); 145: 30 (1927).