Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1680-1720

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31846
lees meer

Beschrijving

Twee diephuizen met drie bouwlagen en respectievelijk vier en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. (Vlaamse pannen).

Gekoppelde barokgevels, oorspronkelijk beide met in- en uitgezwenkte top, in nr. 42 echter trapezoïdaal afgeknot, uit het einde van de 17e begin 18e eeuw. Opgetrokken uit baksteen, met gebruik van zandsteen voor over penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. doorgetrokken platte bandomlijstingen, geometrische spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. in de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., en voorzien van muurankers; recent ontpleisterd. Alternerend ritme van rechthoekige en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bovenvensters per verdieping, onder meer met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en onder doorlopende  waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., afgevlakt in nr. 42. Onversierde eenledige geveltop van nr. 41 met vermoedelijk aangepast rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., balkgat en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Oorspronkelijk dubbelhuisopstanden; « klassieke» winkelpui van 1867 in nr. 41, banale pui in nr. 42.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 24235 (1867).