Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

Trechtervormig plein, gelegen halverwege tussen de vroegere Steenpoort en de Grote Markt, op de aloude kruising van de Trapstraat, Eikstraat en Violetstraat.

Het «Corehuse» (graanhalle) wordt hier vermeld vanaf 1295, wellicht nog oudere oorsprong als marktplaats in de bovenstad. Sloop van het Korenhuis dat het midden van het plein innam, in 1626. De graanhandel werd later overgebracht naar de huidige Oude Graanmarkt.

Vergroting van het plein in 1681 en opnieuw bij de wederopbouw na het bombardement van 1695; de zuidzijde werd hierbij onderbroken voor de aanleg van de Dinantstraat. In de loop van de 18e eeuw vertrekplaats van postkoetsen en koeriers voornamelijk naar het zuidelijk landsgedeelte, Frankrijk en Duitsland, cf. de talrijke herbergen en afspanningen die hier voorkwamen. Op de westzijde werd in 1908 de verlengde Lombardstraat aangesloten, waardoor de wijk werd afgescheiden van de omgeving van de Grote Markt. Westelijk huizenblok vanaf 1960 gesloopt voor een geplande kantooruitbreiding van het Provinciaal Gouvernement van Brabant naar ontwerp van architect Léon Stynen, echter zonder gevolg. Vervolgens opgenomen in het B.P.A. 30/21 
«Oud Korenhuis-Eikstraat» voor volledige herstructurering van deze wijk :ondermeer normalisering van het Oud Korenhuis tot een vierkant plein met gedeeltelijk behoud van de zuidelijke gevelwand; volledige afbraak van Dinantstraat, Trapstraat en Villersstraat, en vervanging voornamelijk door vrijstaande kantoorblokken en groenaanleg. Slechts gedeeltelijk uitgevoerd, cf. de gesloopte hoekpanden van de zuid en oostelijke wand, de volledig ontmantelde omliggende straten en de kantoren aan de Trapstraat. Volledig herzien en bestemd voor voornamelijk woningbouw met hoogtebeperking, gepaard met behoud van de nog resterende panden.

Heden, op de westzijde en een bres in de zuidzijde na, gesloten pleinwanden. Zuidelijke gevelwand met monumentale reeks diephuizen, waarbij nog twee panden aansluiten in de Villersstraat : voornamelijk barokke gevels met in- en uitgezwenkte top, ondermeer gedateerd in 1696 en 1700. Gebogen oostelijke gevelwand met nog enkele topgevels eveneens van na 1695. Afgewisseld met aangepaste neoclassicistische lijstgevels uit de eerste helft van de 19e eeuw, veelal met bijkomende mezzanino of halve bouwlaag, cf. nr. 34-35 (1834; voorheen traditionele trapgevel), 37 en 44-45. Karakteristiek bankgebouw (1948, architecten A. Demesmaecker en A. Comut) in nr. 47-48. Twee nieuwbouwprojecten op braakliggende percelen bij de Trapstraat, door architecten B. Goldenberg en Les Ateliers de Bruxelles, in uitvoering in 1991-1992. Parkeerterrein aan westzijde met resten van een voormalige afspanning. Project voor wederopbouw van de westzijde, door Architectes Associés, in voorbereiding (1991). Gietijzeren fontein met beeldje «Oogstmaand» door beeldhouwer J. De Decker, van 1982. 

Bronnen

Archieven
SAB/OW 25706 (1834).