Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Statut juridique

Beschermd sinds 30 maart 1976

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31842
lees meer

Beschrijving

Diephuis van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak (onder meer Vlaamse pannen).

Bepleisterde en beschilderde, barokke gevel met in- en uitgezwenkte top, in gevelstenenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. gedateerd 1696. Bovenverdieping en top geleed door waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; gevelverankering door middel van lelievormige muurankers. Rechthoekige bovenvensters in omlijsting van platte banden, doorgetrokken over de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en penanten. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de derde bouwlaag versierd met spiegels waarin jaartal 1696, en gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. met posthoorn cf. huisnaam. Geveltop van drie geledingen, afgewerkt met een gebogen fronton en bolornament met ijzeren spits. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder doorlopende  waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in de door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. gemarkeerde eerste geleding : hoger rondboogvenster met sluitsteen, tussen rechthoekige venstertjes met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; spiegels waarin «a/n/n/o» op de borstwering. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. tweede geleding. Ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met imposten, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijst, gevuld met ster in derde geleding. Voorheen hardstenen pui in laatclassicistische stijl uit de derde kwart van de 18e eeuw, met linkerdeur in geriemde omlijsting met gegroefde voluutsleutel en gesmeed ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer., en zijvensters met geblokte penanten en uitstraling rond de sluitsteen; heden verplaatste deuromlijsting tussen vernieuwde poort en winkelraam (1952, architect C. Walch). Gesmeed ijzeren leuningen, eveneens uit de derde kwart van de 18e eeuw, op de tweede bouwlaag. Verankerde
achtergevel onder afgesnuite bedaking.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 61728 (1952), 24230, 45036.
K.I.K., 29744 A.