Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Albert ROOSENBOOM – architect – 1922
Stijlen
Neobarok
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31411
Beschrijving
Diephuis
met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Barokke halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. uit eind 17e eeuw, grondig gerestaureerd n.o.v. architect Albert Roosenboom, 1922 met vernieuwing van het bak- en zandsteenparement met gebruik van Gobertange, ook voor oorspronkelijk bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Gevelindeling door kolossale pilasters over de architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. doorgetrokken in de top. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; toegevoegde spiegels op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van derde bouwlaag. Eénledige, door brede voluten geflankeerde geveltop, afgewerkt met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en sterk geprofileerd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder toegevoegde booglijst, tussen vlak omlijste oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..
Fraaie winkelpui in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. oorspronkelijk “BRUNO WISKEMANN – ORFEVRE”, tegelijk met de restauratie aangebracht. Marmerbekleding, puibalk op zuiltjes, centraal portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met glas-in-loodkoepel, typische gesmeed ijzeren bloemenkorven alternerend met vazen voor het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..
Verankerde achtergevel met aandak.
Barokke halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. uit eind 17e eeuw, grondig gerestaureerd n.o.v. architect Albert Roosenboom, 1922 met vernieuwing van het bak- en zandsteenparement met gebruik van Gobertange, ook voor oorspronkelijk bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Gevelindeling door kolossale pilasters over de architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. doorgetrokken in de top. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; toegevoegde spiegels op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van derde bouwlaag. Eénledige, door brede voluten geflankeerde geveltop, afgewerkt met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en sterk geprofileerd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder toegevoegde booglijst, tussen vlak omlijste oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..
Fraaie winkelpui in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. oorspronkelijk “BRUNO WISKEMANN – ORFEVRE”, tegelijk met de restauratie aangebracht. Marmerbekleding, puibalk op zuiltjes, centraal portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met glas-in-loodkoepel, typische gesmeed ijzeren bloemenkorven alternerend met vazen voor het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..
Verankerde achtergevel met aandak.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 27990 (1922).