Typologie(ën)

opslagplaats/loods

Ontwerper(s)

Paul SAINTENOYarchitect1896-1897

G. HUBRECHT1928

Juridisch statuut

Beschermd sinds 05 september 1996

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30623
lees meer

Beschrijving

Gebouw met art nouveau-inslag naar ontwerp van architect Paul Saintenoy van 1896, voltooid in 1897; eertijds verbonden met de gelijknamige apotheek door Saintenoy van 1898-1900 (zie Koudenberg nr. 64-66). Later in gebruik door warenhuis Old England (zie Hofberg nr. 2); belangrijke verbouwing naar ontwerp van architect G. Hubrecht van 1928.

Baksteenbouw met ijzerstructuur op rechthoekige plattegrond; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Ondiepe voorbouw met drie bouwlagen, bijkomende smalle deurtravee links en plat dak; toevoeging van glaskap in 1907, vervangen door bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in 1928. Gevels met beglaasd ijzeren skelet - geprofileerde postenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. met voluut- en palmetkapiteel, doorgetrokken lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met klinknagels - waarin vierledig houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op gemetselde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Massieve onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en hoekpenanten met platte banden; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Voorgevel. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met geprofileerde plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en puilijst, rustieke banden en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. van arduin. Oorspronkelijk deur, twee hogere poorten tussen lichtspleten en twee middenvensters, met geblokte postenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. en ijzeren lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood.; poort links omgebouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., drie rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tot ruim portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met dieperliggende toegangen (1928). Terugwijkende bovenste twee verdiepingen oorspronkelijk onder overkragende bedaking op uitgelengde ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., recent verwijderd; linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gedicht (1928). Achtergevel met toegevoegde attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. (1939).

Interieur. Ijzeren balkenlagen op kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en gemetselde troggewelven; betonnen trap - ter vervanging van oorspronkelijke houten - en centrale schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. (1928); aanpassingen voor appartementen (1939).


Bronnen

Archieven
SAB/OW 24471 (1896-1897, 1907), 36641 (1928), 50381 en 50851 (1939).