Typologie(ën)

gerechtsgebouw en andere rechtbanken

Ontwerper(s)

Joseph POELAERTarchitect1862

Juridisch statuut

Beschermd sinds 03 mei 2001

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30442
lees meer

Beschrijving

Gigantisch bouwwerk in eclectische stijl, n.o.v. architect Joseph Poelaert van 1862, opgetrokken in 1866-1883. Gesitueerd op een verheven plateau, het zuidelijke stadsbeeld dominerend. Perspectivisch sluitstuk van de beeldas gevormd door de Regentschapsstraat. Hoofdgevel aan het Poelaertplein, westfront aan de Minimenstraat, oostfront aan de Wolstraat en zuidfront aan de de Wynantsstraat.

Het eerste Brusselse Justitiepaleis was gevestigd in het voormalige jezuïetenklooster, een uitgestrekt gebouwencomplex nabij de Zavel, met dit doel in 1816-1820 heringericht onder leiding van architect F. Verly. Een monumentale colonnade met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. vormde de hoofdingang aan het Gerechtsplein (zie aldaar). Uitbreiding of nieuwe bouw werd overwogen vanaf 1835. Projecten voor de bouw van een nieuw Justitiepaleis door architect Timan-François Suys van 1837 en 1838, respectievelijk ter plaatse van het bestaande en in de nieuwe Leopoldswijk. Voorstel tot inplanting in de nieuwe Louizawijk van 1840. Project voor wederopbouw van de bestaande gebouwen door architect L. Spaak van 1847.

Tot de huidige inplanting op de zogenaamde Galgenberg, terechtstellingsplaats in de middeleeuwen, werd in 1858-1859 besloten. In 1860 werd een internationale wedstrijd ingericht voor het ontwerp van het Justitiepaleis en omgeving, die ondanks achtentwintig inzendingen, zonder het gewenste resultaat bleef. In 1861 volgde de aanwijzing van Joseph Poelaert als architect van het nieuwe Justitiepaleis, die in 1862 het voorontwerp voorlegt. Voor de bouw en omringende aanleg diende een wijds terrein te worden vrijgemaakt, enerzijds ingenomen door de tuinen van het Hotel de Merode-Westerloo (zie Wolstraat nr. 23), anderzijds door een zestal bouwblokken in de dichtbevolkte volkswijk van de Marollen. Hierbij verdwenen de in 1642 aangelegde Vuurwerkstraat, Vuurpijlstraat, Geitestraat en IJskelderstraat, samen met de Klompenstraat en delen van de Waaierstraat, Valkstraat, Minimenstraat en Wolstraat. Bouwverordening en onteigeningsbesluit van 1862; aankoop van de terreinen vanaf 1863-1864. Eerstesteenlegging in 1866, gevolgd door een langdurige bouwcampagne, die na de dood van Poelaert in 1879 werd voortgezet onder leiding van architect J. Benoit. Inhuldiging van het Justitiepaleis in 1883.

In 1944 werd brand gesticht door het zich terugtrekkende Duitse leger; wederopbouw van de koepelhelm in verhoogde vorm, n.o.v. architect A. Storrer, in 1948. Een algehele restauratie van gevels en bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. door de Regie der Gebouwen, ingezet in 1976, is nog steeds aan de gang.

Poelaertplein. Justitiepaleis, luchtfoto naar Rogierplein (foto [s.d.]).

Het Justitiepaleis huisvestte van bij oorsprong de Hoven van Assisen, Beroep en Cassatie, het Militair Gerechtshof, de Rechtbank van Eerste Aanleg, de Handelsrechtbank, de Krijgsraad, Vredegerechten en de Politierechtbank. Naar verluidt het grootste bouwwerk tijdens de 19e eeuw opgetrokken op het Europese continent. De plattegrond beslaat een rechthoek van 150 bij 160 m, met een oppervlakte van 26000 m² inclusief acht binnenplaatsen, geplaatst op een ruimer podium met terrassen, hellende vlakken en trappenpartijen dat de terreinhelling opvangt. Het niveauverschil gemeten vanaf het Poelaertplein bedraagt 4,80 m in de Wolstraat, 6 m in de de Wynantsstraat en 11,10 m in de Minimenstraat. De opstand omvat drie gedeeltelijke kelderverdiepingen overeenstemmend met de respectievelijk zijingangen, en twee hoofdverdiepingen overeenstemmend met de hoofdingang, het geheel bekroond door een centrale bovenbouw met hoge koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Het complexe programma omvatte oorspronkelijk zevenentwintig zalen voor rechtspraak, vergaderingen en bibliotheken en tweehonderdvijfenveertig overige lokalen onderling verbonden door galerijen. De voornaamste hoven werden hierbij hiërarchisch gegroepeerd op de twee hoofdverdiepingen, rond de centrale wandelzaal of de zogenaamde Salle des pas perdus, de lagere rechtbanken op de eerste kelderverdieping.

Monumentale, gestrenge architectuur, als symbolische veruitwendiging van de rechterlijke macht. Kolossale, verpletterende schaalverhouding t.o.v. zijn omgeving, met name de lager gelegen Marollen. Onbetwist hoogtepunt van de eclectische stijl, vnl. geïnspireerd op de klassieke bouwstijlen, vermengd met elementen van
de Assyrisch-Babylonische en Egyptische bouwkunst; gekenmerkt door de onorthodoxe stapeling van vormen en massa’s en de interactie van binnen- en buitenruimten. Gevels van Franse natuursteen (vnl. Comblanchien), met typisch kleurenspel door ruime verwerking van hardsteen. IJzerconstructies werden toegepast in de bekroning van het hoofdportaal, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Symmetrische gevelopstanden met intense licht/donkerwerking, telkens centraal onderbroken door monumentale, hoger oplopende portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. en frontispiesen, voorts geritmeerd door risalietvormende centrale en hoekpartijen. Horizontale indeling hoofdzakelijk in drie registersVensterstrook in een topgevel.: de geboste sokkel, de hoofdverdieping met voorkeur voor de kolossale ordeZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., en het brede hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., metopen- en trigliefenfries en kroonlijst op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. waarop een attiekbalustrade. Het verticaliserende streven culmineert in de rijzige koepelopbouw. Zware plastische ornamentatie, ondergeschikt aan of ter versterking van de architecturale lijnen. Onder meer uiteenlopende vormen van lijstwerk, acanthus-, meander- en palmetfriezen, leeuwen- en maskerkoppen, trofeeën, fakkels, fasces, gerechtssymbolen, wapenschilden en monogram “SPQB”.

Poelaertplein. Nationaal monument van de Belgische Infanterie ; Justitiepaleis (foto [s.d.]).

Noordgevel.
Hoofdportiek en peristilium op een trappenpodium, geflankeerd door vooruitspringende hoekpaviljoenen. Kolossale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op massieve pijlers, bekroond door een attiekbalustrade met Minervabuste door J. Ducaju; inwendig ondersteund door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. Corinthische zuilen
met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en gevleugelde leeuwen door A.-F. Bouré. Aan weerszij een dubbele colonnadeZuilenrij met hoofdgestel. van gecanneleerde Dorische zuilen, waarop hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en attiekbalustrade. Hoekpaviljoenen van de Hoven van Cassatie (links) en Beroep (rechts), geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. : ingang onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met Ionische flankeerzuilen in het midden van elke zijde, ten noorden doorlopend  in een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met composietzuilen en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; hoge bijkomende attiek.

West- en oostgevel
Risalietvormende middenpartij, geaccentueerde hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., travee-indeling door Dorische zuilen en halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Centrale, geprononceerde ingangsfrontispice met hoekpostamenten, hoge ingang en bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; vermenging van de drie klassieke orden op de bovenverdieping, composiet flankeerzuilen en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met gevleugelde leeuwen door A. Fassin en A. Cattier in de attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Bijkomend drieledig portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., in het basement langs de Minimenstraat.

Zuidgevel
Gelijkaardige opstand: sterk vooruitspringende middenpartij met eenvoudiger frontispice met Ionische colonnadeZuilenrij met hoofdgestel. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., en hoekpartijen met geaccentueerde centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met flankeerzuilen en frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Verdieping opgedeeld in twee registersVensterstrook in een topgevel., respectievelijk gebost en met pilasterritmering. Dorische orde in de centrale, Ionische in de hoekpartijen; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. in plaats van balustrade. Gelijkaardig portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). in het basement.

Koepel met stylobaat, trommel van twee geledingen en helm. De bovenste trommelgeleding en helm vervangen de oorspronkelijk voorziene ziggoeratvormige bekroning. Kruisvormige stylobaat met rechthoekige doorbrekingen tussen gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Eerste vierkante trommelgeleding op meerledig getrapte basis: colonnadeZuilenrij met hoofdgestel. van gegroefde Ionische zuilen, met vlakke midden- en hoekpijlers, en op elkaar gestelde hoekzuilen, onder
entablement. Tweede cirkelvormige trommelgeleding met colonnadeZuilenrij met hoofdgestel. van vlakke composietzuilen onder entablement. Omringd door vier bronzen beelden in porticus met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., op de hoeken: zittende allegorische figuren, respectievelijk ‘Kracht’ door Th. Vinçotte, ‘Gerechtigheid’ door A. Desenfans, ‘Wet’ door A. Dutrieux, en ‘Koninklijke Goedertierenheid’ door A. de Tombay, vergezeld van bronzen griffioenen. Bekronende balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Gedeeltelijk vergulde koperen helm, omringd door een leeuwenkopfries met fakkels en guirlandes ; bekronende lantaarn onder koningskroon.

Poelaertplein. Justitiepaleis, hall (foto 1981).

Monumentale binnenarchitectuur van vnl. de wandelzaal, galerijen, trappencomplexen en de voornaamste rechtszalen, met dezelfde stijlkenmerken en plastische ornamentatie als de gevelarchitectuur. Peristilium omringd door galerijen, met bordestrappen voorzien van standbeelden, respectievelijk Demosthenes en Lycurgus door A. Cattier, Cicero en Ulpianus door A.-F. Bouré, het geheel met sterke perspectivische werking.

Bronzen poort n.o.v. architect J. Van Mansfeld, origineel (1896) door Georges Houtstont, verwijderd tijdens WO I en vervangen door een kopie (1932). Borstbeeld van Joseph Poelaert (1887) door J. Cuypers, en inhuldigingsplaketten.

Centrale Salle des pas perdus met een oppervlakte van 3600 m², gedomineerd door de 97,50 m hoge koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Sterk gecentraliseerde ruimte met naar boven toe verkleinend koepelvierkant op rondbogige gordels en massieve pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Symmetrisch omgeven door een complex systeem van opeengestapelde galerijen, gemarkeerd door colonnadesZuilenrij met hoofdgestel., alternerend kolossale Korinthische en lagere Ionische zuilen, en brede omlopende entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; bordestrappen in de vier hoeken. Schilderijen “Overwinnaar van Tijd en Ruimte” (1914) en “Krachten” door J. Delville; beeldengroep “Gerechtigheid tussen Gratie en Recht” (1894) door Julien Dillens.

Oostelijk trappencomplex naar de Minimenstraat: lijnrechte 80 m lange bordestrap, in het midden overwelfd door een rotonde met galerij en koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.; westelijk trappencomplex van het Militaire Gerechtshof.

Hof van Assisen, en plechtige zittingszalen van het Hof van Beroep en het Hof van Cassatie: rechthoekige, onder meer met marmer, gelambriseerde rechtszalen met twee- en drieledig wandschema, pilasterindeling, onder meer bijkomende attiekgeleding, en casementenzoldering. Decoratie van het Hof van Assisen, met schetsen van de in 1944 vernielde allegorische wandschilderingen rond het thema van de Gerechtigheid (1908-1911) door J. Delville; van het Hof van Beroep, met allegorische wandschilderingen (1902-1956) door A. Ciamberlani; van het Hof van Cassatie met portretschilderijen van Leopold I en Filips de Goede. Galerijen van de wandelzaal, de Hoven van Beroep en Cassatie, afgeboord met borstbeelden van vooraanstaande Belgische advocaten uit de 19e eeuw, leden van de Koninklijke familie, beroemde magistraten en rechtsgeleerden, door beeldhouwers van de Belgische School.

Bronnen

Archieven
LOZE, P., Le Palais de Justice de Bruxelles, Brussel, 1983.
Poelaert en zijn tijd, Brussel, 1980.
WELLENS, F., Nouveau Palais de Justice de Bruxelles, Notice descriptive avec atlas, Brussel, 1880-1881.