Typologie(ën)

gerechtsgebouw en andere rechtbanken
school

Ontwerper(s)

M. STILLEMANSingenieur-architect1914

MONTOISYaannemer1914

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15023
lees meer

Beschrijving

Gesticht in 1933 en genoemd naar een oud volksvertegenwoordiger. In haar beginperiode deelde deze meisjesschool de lokalen met de huidige Farandole school, om zich later te vestigen op de hoek van de Oudergemlaan met de Sint-Pieterssteenweg.
Van bij de stichting tot 1963 werd de school bestuurd door Simone Cregin (in de inkomhal bevindt zich een buste van deze directrice, door de beeldhouwer ADELAER). In datzelfde jaar verhuist het instituut naar het Sint-Pietersplein Nr. 5 ; een gebouw dat in oorsprong als vredegerecht was bedoeld.
Imposant kopgebouw in eclectische stijl met hoofdgevel op Sint-Pietersplein Nr. 5 (hoek Louis Hapstraat en Jachtlaan), opgetrokken in 1914 n.o.v. arch. M. STILLEMANS, arch.-ir. van de gemeente (aannemer MONTOISY).

Bijna vierkante plattegrond, voorafgegaan door een plantsoen met drie bouwlagen en zes + zeven + zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien) en afgeknot tentdak (leien).

Evenwichtig opgebouwd gevelfront in rode baksteen op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., uitstralend boven de muuropeningen. Rijke materiaalkeuze en -behandeling; natuursteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. voor o.a. negblokomlijstingen, hoekkettingen, kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Sint-Pietersplein 5, 'Institut technique Ernest Richard' (foto 1993).

Hoofdgevel geaccentueerd door een vooruitspringende centrale toren met flankerende halfronde torentjes; licht inspringende massieve deur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en cassettenversiering, decoratief uitgewerkte hardstenen omlijsting. Op de verdiepingen verdiepte drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., waarvan deurvenster in de tweede bouwlaag met balkon op massief uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; bekronende aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met uurwerk. Brede natuurstenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., geschraagd door imposante druipers waarboven pinakelversiering. Iedere zijde van het tentdak getooid met een aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. tussen balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In de zijtorens resp. rondboogvenster, kloosterkozijn en uitgewerkte oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met geriemde omlijsting, diamantkopsleutel en geornamenteerde druiventros.

Zijpartijen met op de begane grond telkens twee steekboogvensters onder geprofileerde puilijst waarop opschrift "INSTITUT TECHNIQUE ERNEST RICHARD". Op de verdiepingen verticale belijning door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. kruiskozijnen gevat in een oplopende nis. In mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. fraai dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opgevat als tweelicht tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met decoratief uitgewerkte vleugelstukken, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; omlopende attiekbalustrade.

Gevel Louis Hapstraat: in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. bas-reliëf ontworpen door de ,"Ecole des Arts et Métiers" en ingehuldigd op 2 juni 1935 met als opschrift "AUX ETTERBEEKOIS / PIONNIERS DE LA CIVILISATION / MORTS AU CONGO / 1876-1908 /DEFAUX A.O. /1 876-1897 / OLISLAGERS E.J. 1874-1901 / SOLON A.C. / 1875-l897 / VAN BOTERDAEL E.A. / 1877-1900". Hierboven drieledig casement met geprofileerd entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waartussen festoenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden.. Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), dat van uiterst links in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; op de begane grond vier steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. - en één rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; op de verdieping gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. kruiskozijnen en kruiskozijnen gevat in oplopende nissen.

Gevel Jachtlaan: in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. bas-reliëf ontworpen door J. CANNEEL DE PAEPE, gegoten door VERBEY en opgedragen aan Generaal Leman ,zie medaillonRonde of ovale cartouche. met profiel. Gevelplaat met opschrift "LA / COMMUNE D'ETTERBEEK / ET L'UNION NATIONALE PATRIE / AU HEROS DE LONCIN / AU GLORIEUX DEFENSEUR / DE LIEGE" - "LE Lt GENERAL COMTE LEMAN A HABITE LA / COMMUNE D'ETTERBEEK DU 7.10.1873 AU 19.4.1906". Opstand en decoratie identiek aan zijgevel van L. Hapstraat, zij het met deur i.p.v. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Muuropeningen op de verdiepingen met kleine roedenverdeling. Versierde latei en fraai uitgewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gegroefde voluutconsoles waartussen schijfornamenten.

Interieur: verbouwd, in de ingang werden de monumentale trap met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., de decoratie met gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en cassettenplafond bewaard.

Bronnen

Publicaties en studies
DE PAUW, L.-F., La vallée du Maelbeek avec monographie d'Etterbeek, Hayez, Brussel, 1914, pp. 89, 90, 136.
 
Tijdschriften

“50ste verjaardag van het ‘Institut Ernest Richard'” in Leven te Etterbeek, 55, 1983, pp. 9-10.