Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

D. FASTRÉarchitect1894

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30291
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. in neo-Vlaamse renaissancestijl n.o.v. architect D. Fastré, 1894.

Bakstenen gevel geleed door witstenen kordons, en hardstenen elementen, overvloedig versierd met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. gemarkeerd door opeenstapeling van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en een balkon op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; brede korfboogvensters met geblokte booglijst en driedelige kruiskozijnen op de eerste twee bouwlagen, rondbogig tweelicht in de hoogste. In het ontwerp bekronende dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met rechthoekige deur onder bovenlicht en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., telkens
met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en op de bovenste verdieping een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kleurrijke tegelfriezen op de borstweringen en in het klassieke hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 5979 (1894).