Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
D. FASTRÉ – architect – 1894
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30298
Beschrijving
Burgerwoning in neo-Vlaamse renaissancestijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect D. Fastré, 1894.
Rijk gedecoreerde bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen, verlevendigd door tegelfriezen, het geheel op een geboste sokkel. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. gemarkeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Bewerkte erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., bekroond door terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aansluitend rondbogig tweelicht onder een geblokte ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; bekronend gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. in het klassieke hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en ruim dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Korfboogvenster van de benedenverdieping in 1928 uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… tot winkelraam, met verwijdering van de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en aanpassing van het tweelicht in souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur., voorts rondboogvormig, met geprofileerde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Rechthoekige deur onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 5965 (1894), 35409 (1928).