Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Victor HORTAarchitect1894

Statut juridique

Beschermd sinds 21 april 1994

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30289
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in art NouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. naar een ontwerp van architect Victor Horta, 1894. Gebouwd i.o.v. van bevriend advocaat Maurice Frison, voor wie Horta in 1899 nog het landhuis Les Epinglettes (afgebroken) te Ukkel ontwerpt. Vroeg werk binnen het oeuvre van de architect, onmiddellijk volgend op de Woning Autrique en de Woning Tassel.

Drie bouwlagen, twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder een gebogen mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Verhoging van een annex achteraan door Horta zelf in 1924; ingrijpender verbouwing van het vroegere souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en de verhoogde benedenverdieping tot winkelruimte, door architect C. Gerard in 1954-1955.

Verzorgd gevelfront met parementGevel- of muurbekleding. van brede natuursteenlagen alternerend met hardsteenbanden, en karakteristiek gebruik van smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Asymmetrische, continue opbouw met golvende lijnvoering, verminkt door inbreng van de beglaasde pui. Hoger oplopende, torenvormige linkertravee. Vrij lage rechthoekige deur in breed geprofileerde gegolfde omlijsting, onder een bovenlicht met ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping, met kraagstenen en tweeledig opengewerkte beglaasde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de tweede; ventilatiegaten, respectievelijk ovaal en rond, onder de nauwelijks geprononceerde lekdrempels. Rechthoekig tweelicht met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de topgeleding. Bredere rechtertravee oorspronkelijk geopend door een ruim ondervenster, uitgewerkt als bescheiden loggia met deelzuiltjes overgaand in uitgelengde balkonconsoles en ijzeren borstwering; gedrukt mijterboogvormig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met ijzeren hekken in het souterrain. Aansluitend gegolfd balkon met behouden hoekconsoles en ijzeren hek tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; rechthoekige glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de klassiek geordonneerde bel-etage. Ruim drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., uitgewerkt als nauwelijks uitspringende gegolfde bow-window met consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., I-balkIJzeren latei met I-profiel. op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. deelzuiltjes en ijzeren borstwering op de tweede verdieping, afgewerkt met de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Rechte driedelige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de bedaking met rechts hoekpostament, heden met vernieuwde bekleding. Bewaard houtwerk van deur - met ijzeren roosters - en ramen; glas-in-loodraam in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Lebeaustraat 37. Voormalige Woning Frison, KIK (foto [s.d.]).

Interieur met eerder klassieke indeling, geflankeerd door hal en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.: oorspronkelijk advocatenkantoor en fraaie wintertuin als verbinding op de benedenverdieping, groot en klein salon op de eerste, slaapkamers op de tweede verdieping. Heden nog ten dele bewaarde art nouveau-inrichting : onder meer mozaïekvloer, leuning en trappaal in de hal, vnl. schouwen en plafonds in de vertrekken.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 5977 (1894), 31736 (1924), 62852 (1954-1955).
KIK, 102955 M, 102394 M, 102940 M.

Publicaties en studies
BORSI F., PORTOGHESI P., Victor Horta, Brussel, 1970, p. 71-72.