Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léon JANLETarchitect1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Laat-eclecticisme
Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29100
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in laat-eclectische stijl met invloeden uit de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. Léon Janlet, 1924.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij in dezelfde stijl van nr. 41 tot nr. 53.

Drie bouwlagen onder mansarde. Gevel grotendeel met wisteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Spaarzaam gebruik van bruingekleurde baksteen voor penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Benedenverdieping met getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. afrondingen en negstenen omlijsting voor smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… inkomdeur en garage. Eerste verdieping volledig ingenomen door gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., bekroond door terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Mansarde met centraal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. voorzien van vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., geflankeerd door twee oeil-de-boeufs. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., waaiervormig in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Bronnen

Archieven
GAV/DS 8386 (1924).