Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Léon JANLETarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28964
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk geheel bestaande uit opbrengstwoning in Jupiterlaan met inrijpoort dewelke – gezien het niveauverschil tussen beide lanen – toegang verleent tot de twee hoogste bouwlagen van het opbrengstgebouw in de Besmelaan, waarvan de eerste drie bouwlagen als appartementsgebouw met plan volgens spiegelbeeldverband, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gesigneerd centraal op benedenverdieping in Besmelaan «LEON JANLET / ARCHITECTE», 1911.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij van nr. 77 tot 103.

Nr. 83, 83b-85, 87, 89-91 in de Besmelaan en nr. 182-184, 188-190 en 192-194 in de Jupiterlaan behoren vandaag tot het INRACI (Institut National de Radioélectricité et de Cinématographie).

In Besmelaan symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vijf bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in eerste twee bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen.. Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met hardstenen elementen op dito plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Twee eerste bouwlagen met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in kwartholle nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op benedenverdieping en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter gewelfd balkon op verdieping. Hierlangs toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. met korfboogvormige deur. Centraal op verdiepingen in-en uitzwenkende gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op zware lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en dito sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., bekroond door terras. In flankerende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van laatstgenoemde Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. Rijkelijk versierde gevel met medaillonsRonde of ovale cartouche., rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. en guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , alle balkons en terrassen met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met guttaeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… deuren vervangen. Gebogen frontonbekroning in twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en balustervormige attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., dat voorzien was in bouwplan, wellicht nooit uitgevoerd.

Opmerkelijk plan met twee woningen per verdieping in de drie eerste bouwlagen. De twee hoogste bouwlagen als één grote en ruime woning met centrale traphal waarin bordestrap. Langs de verhoogde tuin ter hoogte van vierde bouwlaag toegang via inrijpoort in Jupiterlaan.

In Jupiterlaan nr. 188-190 opbrengstwoning met twee bouwlagen. Witstenen benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., verdieping in baksteen, met hardstenen elementen op dito plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Rechthoekige muuropeningen op benedenverdieping met links inkom, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Uiterst rechts korfboogvormige inrijpoort met passage naar Besmelaan, onder attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Op verdieping, telkens twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. vensteropeningen onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., aan de rechterzijde achter trapezoïdaal balkon met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met guttaeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. bewaard.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 5578 (1911), 11292 (1931), 17226 (1958), 17350 (1958), 9350 (1927), 18168 (1926), 21053 (?).