Atheneum Fernand Blum
Algemeen Stemrechtlaan 1-3
Ernest Renanlaan 10-12-14
Haachtsesteenweg 512-514-516
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Adolphe PAILLET – architect – 1930-1932
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21999
Beschrijving
Gemeentelijk schoolcomplex dat het grootste deel inneemt van het bouwblok tussen de Ernest Renanlaan, de Voltairelaan, de Algemeen Stemrechtlaan en de Haachtsesteenweg, in art-decostijl, n.o.v. architect Adolphe Paillet, 1930-1932.
Geschiedenis
Het plan voor de oprichting van een atheneum in Schaarbeek werd al in 1885 opgevat door burgemeester Colignon, voordat het in 1909 opnieuw werd bovengehaald door schepen van Openbaar Onderwijs en professor scheikunde aan de Université Libre de Bruxelles, Albert Bergé. Op 09.05.1913 dienden schepen Bergé en burgemeester Auguste Reyers een ontwerp in dat voorzag in vier klassen. Het werd goedgekeurd in 28.05.1913. Het atheneum opende zijn deuren in oktober 1913 en werd tijdelijk ondergebracht in een gebouw in de Wijnheuvelenstraat nr. 157. Om aan het groeiende aantal leerlingen tegemoet te komen, stelde men de bouw van een eigen gebouw voor de instelling voor. Er kwamen verscheidene plaatsen in aanmerking: de site van de tramremise (zie Haachtsesteenweg nr. 327), die moest verdwijnen, en het slachthuis aan de Jeruzalemstraat, waar nu het zwembad Neptunium staat (zie nr. 52-58). Het was echter wachten tot het interbellum en Fernand Blum, toenmalig schepen van Openbaar Onderwijs, vooraleer de bouw van het atheneum werd goedgekeurd, op de huidige plaats, naar plannen van gemeentearchitect Adolphe Paillet uit 1930-1932. Het complex werd op 18.09.1932 ingehuldigd. In de jaren 1960 werd het oostelijke gedeelte verhoogd met een verdieping in dezelfde stijl (n.o.v. architecten Rogiers en Bayet), ingehuldigd op 25.03.1966. Het atheneum werd gemengd in 1972, het jaar waarin het een bijgebouw kreeg, gevestigd in het gebouw van de kleuterklassen van school nr. 11 (zie Roodebeeklaan nr. 59-61).
Beschrijving
Plattegrond
Het complex wordt in het westen afgeboord door de bebouwing van de Voltairelaan en heeft de vorm van een vierkant met een dubbele centrale speelplaats. Het westelijke gedeelte was oorspronkelijk voorbehouden voor de lagere school, het oostelijke voor het middelbaar. In de Ernest Renanlaan, inspringend centraal toegangsvolume, geflankeerd door twee grote vleugels met elk een overdekte speelplaats achteraan, bereikbaar via een toegang aan de laan. In de westelijke en oostelijke vleugels bevinden zich de klassen. In het noorden, drie volumes, die aan de zijkant langs de laan, ook met klaslokalen, het centrale lichtjes inspringend en met onder meer de turnzalen.
Opstanden
Opstanden van twee bouwlagen onder plat dak. Het oostelijke gedeelte, dat in 1966 van een derde bouwlaag werd voorzien, ligt achter een kleine binnenplaats afgeboord door een smeedijzeren hek dat de helling van de Algemeen Stemrechtlaan volgt. Gevels in oranjekleurige baksteen met elementen in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rechthoekige muuropeningen. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Decor van bakstenen in zaagtand. Metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
In de E. Renanlaan, volume en vleugels met betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder stenen attiekborstwering. Toegangsvolume van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met deuren die onder de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. worden afgesneden door een platte doorlopende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., en hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en een binnenplaats afgesloten door muurtjes met smeedijzeren traliewerk aangevuld met een recent hek. Zijvleugels van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan, de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., volgens eenzelfde schema als het toegangsvolume. De eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de linkervleugel met tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; ze verlichten de conciërgewoning in de eerste twee bouwlagen (nr. 10). In de Algemeen Stemrechtlaan, gevel van de rechtervleugel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laatste in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met verspringende bouwlagen, die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. van de overdekte speelplaats verlichten.
In de Algemeen Stemrechtlaan, gevel van de oostelijke vleugel van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), afwisselend breed, met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. die de klaslokalen verlichten, en smal, overeenstemmend met de vestiaires.
Op de Haachtsesteenweg, centraal volume van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringend achter een hek geritmeerd door hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Hoekvolume links van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Algemeen Stemrechtlaan en twee andere aan de steenweg. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. achter een trap met balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. Op de overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.. Secundaire deur op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de steenweg. Recht volume van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), het eerste voorzien van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het tweede van muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. en met een secundaire deur, de derde als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., hoger en met verspringende bouwlagen; de laatste verlicht een elektriciteitscabine.
Aan de binnenplaats, gevels van oorspronkelijk één bouwlaag, behalve voor het hoofdgebouw en de zuidelijke vleugels. Aangebouwd tegen het toegangsvolume, bijgebouw uit 1957 met twee klaslokalen. In het noorden, tegen een muur die de binnenplaats opsplitst, langwerpige sanitaire lokalen die de oorspronkelijke vervangen.
Interieur
In het hoofdgebouw en de zuidelijke vleugels, vloeren bedekt met zwarte tegels en witte tegels met zwarte aders in de eerste vleugel, rood en geel in de andere. LambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en omlijstingen van de muuropeningen in oranjekleurig imitatiemarmer op een plint in zwart imitatiemarmer. Plafonds met geometrische profiellijsten. Trappen in granito, in de vleugels met buisreling.
In elke vleugel, overdekte speelplaats van twee bouwlagen, met muren gescandeerd door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op getrapte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarop balken rusten. Ze bevatten elk een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodramen. In de overdekte speelplaats links, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met drie rechte trapdelen, leidend naar de mezzanineverdieping. In de speelplaats rechts, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met twee rechte trapdelen die uitgeeft op de verdieping via drie vrije muuropeningen, de centrale met balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Op de verdieping van het toegangsvolume, bibliotheek versierd met wandschilderijen met voorstelling van de Overvloed, de Schilderkunst, de Beeldhouwkunst en de Architectuur, en met de letter “S” (voor Schaarbeek) bovenaan.
In de westelijke en oostelijke vleugel liggen klaslokalen langs een gang. Vloeren met grijze, witte en gele cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen.. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van de gangen met bruine, witte en gele keramiektegels; onderdorpels met blauwe keramiektegels. Op de verdieping uit 1966, grijze tegels versierd met gekleurde tegels en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in gele keramiek. Vestiaires in de oostelijke vleugel tussen de klaslokalen, in de westelijke vleugel tegenover de klaslokalen. De vloeren van sommige klassen zijn hellend. Meubilair grotendeels bewaard.
In het noorden, linkervolume met auditoria en natuur- en scheikundelaboratoria, waarvan de inrichting grotendeels is bewaard. Zwembad en douches in de kelderverdieping van het rechtervolume, thans buiten gebruik.
Geschiedenis
Het plan voor de oprichting van een atheneum in Schaarbeek werd al in 1885 opgevat door burgemeester Colignon, voordat het in 1909 opnieuw werd bovengehaald door schepen van Openbaar Onderwijs en professor scheikunde aan de Université Libre de Bruxelles, Albert Bergé. Op 09.05.1913 dienden schepen Bergé en burgemeester Auguste Reyers een ontwerp in dat voorzag in vier klassen. Het werd goedgekeurd in 28.05.1913. Het atheneum opende zijn deuren in oktober 1913 en werd tijdelijk ondergebracht in een gebouw in de Wijnheuvelenstraat nr. 157. Om aan het groeiende aantal leerlingen tegemoet te komen, stelde men de bouw van een eigen gebouw voor de instelling voor. Er kwamen verscheidene plaatsen in aanmerking: de site van de tramremise (zie Haachtsesteenweg nr. 327), die moest verdwijnen, en het slachthuis aan de Jeruzalemstraat, waar nu het zwembad Neptunium staat (zie nr. 52-58). Het was echter wachten tot het interbellum en Fernand Blum, toenmalig schepen van Openbaar Onderwijs, vooraleer de bouw van het atheneum werd goedgekeurd, op de huidige plaats, naar plannen van gemeentearchitect Adolphe Paillet uit 1930-1932. Het complex werd op 18.09.1932 ingehuldigd. In de jaren 1960 werd het oostelijke gedeelte verhoogd met een verdieping in dezelfde stijl (n.o.v. architecten Rogiers en Bayet), ingehuldigd op 25.03.1966. Het atheneum werd gemengd in 1972, het jaar waarin het een bijgebouw kreeg, gevestigd in het gebouw van de kleuterklassen van school nr. 11 (zie Roodebeeklaan nr. 59-61).
Beschrijving
Plattegrond
Het complex wordt in het westen afgeboord door de bebouwing van de Voltairelaan en heeft de vorm van een vierkant met een dubbele centrale speelplaats. Het westelijke gedeelte was oorspronkelijk voorbehouden voor de lagere school, het oostelijke voor het middelbaar. In de Ernest Renanlaan, inspringend centraal toegangsvolume, geflankeerd door twee grote vleugels met elk een overdekte speelplaats achteraan, bereikbaar via een toegang aan de laan. In de westelijke en oostelijke vleugels bevinden zich de klassen. In het noorden, drie volumes, die aan de zijkant langs de laan, ook met klaslokalen, het centrale lichtjes inspringend en met onder meer de turnzalen.
Opstanden
Opstanden van twee bouwlagen onder plat dak. Het oostelijke gedeelte, dat in 1966 van een derde bouwlaag werd voorzien, ligt achter een kleine binnenplaats afgeboord door een smeedijzeren hek dat de helling van de Algemeen Stemrechtlaan volgt. Gevels in oranjekleurige baksteen met elementen in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rechthoekige muuropeningen. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Decor van bakstenen in zaagtand. Metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
In de E. Renanlaan, volume en vleugels met betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder stenen attiekborstwering. Toegangsvolume van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met deuren die onder de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. worden afgesneden door een platte doorlopende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., en hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en een binnenplaats afgesloten door muurtjes met smeedijzeren traliewerk aangevuld met een recent hek. Zijvleugels van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan, de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., volgens eenzelfde schema als het toegangsvolume. De eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de linkervleugel met tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; ze verlichten de conciërgewoning in de eerste twee bouwlagen (nr. 10). In de Algemeen Stemrechtlaan, gevel van de rechtervleugel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laatste in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met verspringende bouwlagen, die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. van de overdekte speelplaats verlichten.
In de Algemeen Stemrechtlaan, gevel van de oostelijke vleugel van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), afwisselend breed, met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. die de klaslokalen verlichten, en smal, overeenstemmend met de vestiaires.
Op de Haachtsesteenweg, centraal volume van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringend achter een hek geritmeerd door hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Hoekvolume links van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Algemeen Stemrechtlaan en twee andere aan de steenweg. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. achter een trap met balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. Op de overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.. Secundaire deur op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de steenweg. Recht volume van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), het eerste voorzien van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het tweede van muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. en met een secundaire deur, de derde als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., hoger en met verspringende bouwlagen; de laatste verlicht een elektriciteitscabine.
Aan de binnenplaats, gevels van oorspronkelijk één bouwlaag, behalve voor het hoofdgebouw en de zuidelijke vleugels. Aangebouwd tegen het toegangsvolume, bijgebouw uit 1957 met twee klaslokalen. In het noorden, tegen een muur die de binnenplaats opsplitst, langwerpige sanitaire lokalen die de oorspronkelijke vervangen.
Interieur
In het hoofdgebouw en de zuidelijke vleugels, vloeren bedekt met zwarte tegels en witte tegels met zwarte aders in de eerste vleugel, rood en geel in de andere. LambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en omlijstingen van de muuropeningen in oranjekleurig imitatiemarmer op een plint in zwart imitatiemarmer. Plafonds met geometrische profiellijsten. Trappen in granito, in de vleugels met buisreling.
In elke vleugel, overdekte speelplaats van twee bouwlagen, met muren gescandeerd door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op getrapte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarop balken rusten. Ze bevatten elk een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodramen. In de overdekte speelplaats links, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met drie rechte trapdelen, leidend naar de mezzanineverdieping. In de speelplaats rechts, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met twee rechte trapdelen die uitgeeft op de verdieping via drie vrije muuropeningen, de centrale met balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Op de verdieping van het toegangsvolume, bibliotheek versierd met wandschilderijen met voorstelling van de Overvloed, de Schilderkunst, de Beeldhouwkunst en de Architectuur, en met de letter “S” (voor Schaarbeek) bovenaan.
In de westelijke en oostelijke vleugel liggen klaslokalen langs een gang. Vloeren met grijze, witte en gele cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen.. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van de gangen met bruine, witte en gele keramiektegels; onderdorpels met blauwe keramiektegels. Op de verdieping uit 1966, grijze tegels versierd met gekleurde tegels en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in gele keramiek. Vestiaires in de oostelijke vleugel tussen de klaslokalen, in de westelijke vleugel tegenover de klaslokalen. De vloeren van sommige klassen zijn hellend. Meubilair grotendeels bewaard.
In het noorden, linkervolume met auditoria en natuur- en scheikundelaboratoria, waarvan de inrichting grotendeels is bewaard. Zwembad en douches in de kelderverdieping van het rechtervolume, thans buiten gebruik.
Bronnen
Archieven
GAS/OW Atheneum Fernand Blum.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.
Publicaties en studies
40e anniversaire de l'Athénée communal Fernand Blum, Schaarbeek, 1953, pp. 13-20.
Tijdschriften
L'Athénée Fernand Blum, 2, maart 1966, pp. 1, 4.
Websites
Atheneum Fernand Blum