Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21856
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen, 1912.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, overwegend in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, van nr. 8-9 tot nr. 67.

Bakstenen gevel met witstenen elementen; sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. in witsteen. OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vier bouwlagen onder plat dak, de laatste behandeld als topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met gewelfde aandaken met volutes, links van een pseudomansarde bedekt met leistenen. Eerste en laatste bouwlaag voorzien van vier muuropeningen. Benedenverdieping onder uitspringende boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. die rechts het onderstuk van een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vormt. Op de tweede verdieping, doorlopend  balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op de derde verdieping, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. links, twee dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. rechts, oorspronkelijk gepland onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. KruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. of venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en moneelStenen vensterstijl. in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. StijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. met neggenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deur met hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met geel glas met loodstrips bewaard in de eerste drie bouwlagen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 20-38.