Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Félix VAN MEIR – architect – 1920
Georges FIERS – beeldhouwer – 1920
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21852
Beschrijving
Burgerhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-invloed, gesigneerd op de benedenverdieping “(Félix) VAN MEIR / Architecte” en “Georges Fiers / Sculpture / Décorative”, gedateerd op de verdieping “A(nn)o 1920”.
Dezelfde architect en eigenaar lagen ook aan de basis van het aanpalende huis, dat enkele jaren eerder werd ontworpen (zie nr. 32).
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, overwegend in eclectische stijl, van nr. 8-9 tot nr. 67.
Opstand van twee bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. Bakstenen gevel met witstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van groene zandsteen. Rechts, breed getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Links, kleine deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verspringend op de traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkele sculpturen, waarvan de meeste een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormen, waaronder een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. en het opschrift “QUAND MÊME”, een blazoen onder een gekroonde helm, en de heilige Joris die de draak velt, met banderol en het opschrift “DRADE” en het bouwjaar. Sierankers. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee hoekconsoles. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Deur bewaard; oorspronkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met vervangen ruiten.
Interieur. Eetkamer met een schoorsteen met witstenen neogotische stijlen, met voorstelling van een ridder die een dame omhelst; de houten latei, gebeeldhouwd met figuren en plantenmotieven, lijkt te zijn gerecupereerd uit de gotische periode; schoorsteenboezem met imitatievakwerk. Plafond met zichtbare balken op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met de figuur van een zittende man.
Dezelfde architect en eigenaar lagen ook aan de basis van het aanpalende huis, dat enkele jaren eerder werd ontworpen (zie nr. 32).
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, overwegend in eclectische stijl, van nr. 8-9 tot nr. 67.
Opstand van twee bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. Bakstenen gevel met witstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van groene zandsteen. Rechts, breed getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Links, kleine deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verspringend op de traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkele sculpturen, waarvan de meeste een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormen, waaronder een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. en het opschrift “QUAND MÊME”, een blazoen onder een gekroonde helm, en de heilige Joris die de draak velt, met banderol en het opschrift “DRADE” en het bouwjaar. Sierankers. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee hoekconsoles. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Deur bewaard; oorspronkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met vervangen ruiten.
Interieur. Eetkamer met een schoorsteen met witstenen neogotische stijlen, met voorstelling van een ridder die een dame omhelst; de houten latei, gebeeldhouwd met figuren en plantenmotieven, lijkt te zijn gerecupereerd uit de gotische periode; schoorsteenboezem met imitatievakwerk. Plafond met zichtbare balken op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met de figuur van een zittende man.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 20-33.