Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Jean TEUGHELSarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20229
lees meer

Beschrijving

Fraai opbrengsthuis met café, in neo-Vlaamse renaissancestijl, n.o.v. architect Jean Teughels (gesigneerd op de sokkel), 1912.

Bakstenen gevel met witstenen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. elementen. Vier bouwlagen. Hoek behandeld als trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., met in de middelste bouwlagen een rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een dubbel terras. Aan weerszijden van de hoek, twee brede, bijna identieke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in de Minnebronstraat naast een smalle toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met verspringende bouwlagen. Benedenverdieping met ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. gevat in een boogvormige nis; kant Azaleastraat, drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. achter een balkon, dat op de eerste verdieping doorlopend  tot aan de gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., de andere op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. BoogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met twee oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en een centrale nis met een beeld van een grijsaard. Sierankers met krullen. Hoek op de benedenverdieping versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met Davidster en het monogram van de opdrachtgever. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Op de benedenverdieping, grote bewaarde smeedijzeren markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. . RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, behalve op de benedenverdieping, waar er schuiframen zijn. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 95-57.