Typologie(ën)
appartementsgebouw
warenhuis/supermarkt
sportcomplex
pompstation
winkel
warenhuis/supermarkt
sportcomplex
pompstation
winkel
Ontwerper(s)
Jacques CUISINIER – architect – 1966-1971
Serge LEBRUN – architect – 1966-1971
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21802
Beschrijving
Op de hoek met de Jeruzalemstraat en de Voltairelaan, modernistische woontoren, n.o.v. architect Jacques Cuisinier en medewerker Serge Lebrun, ingenieurs A. Paduart en B. Boloukhere, ontworpen in 1966-1967 en gebouwd tussen 1968 en 1971.
Geschiedenis
Met zijn 36 bouwlagen was de Brusilia-toren in zijn tijd het hoogste appartementsgebouw van België. Hij werd gebouwd op de plaats van het Sportpaleis, ook de Wintervelodroom genoemd, een grote hal waarin fiets- en andere sportwedstrijden plaatsvonden. Het Sportpaleis was in 1910 ontworpen door architect Albert Herent en in 1912 gebouwd op een terrein gekocht van de gemeente door bouwpromotor Ernest Van Hammée, die de Société Anonyme du Palais des Sports oprichtte. Het was 172 meter lang en overdekt met een metalen gebinte in één spanwijdte; het bood plaats aan 15.000 toeschouwers. Toen de noodzakelijke renovatie te duur bleek, sloot het Sportpaleis in 1966 zijn deuren. Een jaar later werd het gesloopt om plaats te maken voor het Brusilia-gebouw.
Het appartementsgebouw heeft een cirkelboogvormige plattegrond. Achteraan, op nr. 60, 64 en 66 van de Jeruzalemstraat, bevinden zich een supermarkt, een winkel en een benzinestation onder een dak dat als parkeerplaats dient. Onder het gehele complex bevinden zich drie lagen ondergrondse parkeerplaatsen voorbehouden voor de woningen.
Oorspronkelijk zou de toren dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) omvatten, zes aan weerszijden van een technische traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkel die laatste en de zes linkertraveeën werden uitgevoerd. De andere helft, die tijdens een tweede fase moest worden gebouwd, werd nooit verwezenlijkt. In 2012, ten slotte, werd een vleugel van negen bouwlagen tegen de toren aangebouwd, samen met een tweede, van vier bouwlagen, langs de Voltairelaan, ontworpen in 2001 door het bureau Architectes Associés.
Beschrijving
Buitenzijde
Toren met een geraamte van gewapend beton bekleed met geprefabriceerde elementen in gewassen silex. Voorgevel van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van variërende breedte, de laatste blindZonder opening; blind venster, schijnopening., als technische traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zes andere volledig beglaasd; doorlopende balkons met aluminium borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en afscheidingen met panelen van ondoorschijnend glas. Achter een terras met trappen, benedenverdieping en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. geritmeerd door pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) bekleed met zwart marmer. Etalage van een bankagentschap op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegang op de tweede en derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), lokalen bestemd voor kantoren op de twee volgende, en toegang op de zesde.
Achtergevel met een celstructuur met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. gemaakt van witte sandwichpanelenKunststoffen gevelplaat, bestaande uit een isolerende kern tussen twee platen (vandaar 'sandwich'). Bekendste uitvoering, Glasal, gemaakt op basis van cement en versterkingsvezels, met een glad zijdeglans oppervlakte en verkrijgbaar in een tiental verschillende kleuren. en twee vleugels, de smalste openslaand, met vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal., de breedste draaiend rond een horizontale as.
Linkerzijgevel van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van langwerpige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die elk een badkamer en een keuken verlichten. De blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevel, die nooit is afgewerkt, werd in 2012 opnieuw bekleed.
Behalve een deel van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de benedenverdieping en de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., alle schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard, op de benedenverdieping in aluminium, op de verdiepingen in meranti.
Interieur
Op de benedenverdieping, vestibules die een lichtjes uitspringend sas vormen, met hun oorspronkelijke bellenbord op zandlopervormige stenen sokkel. Drie verzorgde hallen die elk leiden naar een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en liften die twee woningen per verdieping bedienen: vloer in zwart marmer, muren bekleed met witsteen, plafonds beschilderd in oranje. Hallen van de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en liften met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in geaderd marmer en met vals plafond van oranje planken.
Op elk van de 34 woonverdiepingen, zes verschillende appartementen, allemaal doorlopend , met één tot vier slaapkamers. Langs respectievelijk een daghal en een nachthal, woonkamer vooraan en keuken in het midden, badkamer en kamer(s) achteraan. In de tweekamerappartementen, keuken op de achtergevel verlengd door een eethoek en van de woonruimte gescheiden door een bijkeuken. De appartementen op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hebben bijkomende kamers achter de technische traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
De laatste verdieping is de technische verdieping waarin zich onder meer de verwarmingsinstallaties bevinden.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 176-100-116, 176-98-104.
GAS/OW 251.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1910, pp. 187-191, 193-194, 759, 877; 1929, pp. 398-399.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.