Typologie(ën)

burgerwoning
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

D. FASTRÉarchitect1906

Armand FASTRÉarchitect1906

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21668
lees meer

Beschrijving

Op een driehoekig perceel gevormd door de Henri Bergéstraat en de Joseph Brandstraat, geheel van zes woningen in eclectische stijl, vijf burgerhuizen en een hoekopbrengsthuis, gedateerd “1906” in de laatste bouwlaag in de H. Bergéstraat, n.o.v. architecten D. en Armand Fastré, vader en zoon; de eerste woonde in het hoekhuis.

Henri Bergéstraat 86 tot 92 en Henri Bergéstraat 94 - Louis Bertrandlaan 50 - Joseph Brandstraat 123, opstanden, GAS/DS 133-86-94 (1906).

Doorlopende gevels in Nieuwpoortse zandsteen met hardstenen elementen. De meeste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. of zuilen. Eerste bouwlagen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. De meeste deuren zijn bewaard, het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen. Bewaarde kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; de modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. van die op H. Bergéstraat 92– J. Brandstraat 121 zijn verdwenen.

Op Henri Bergéstraat nr. 86, opstand van vier bouwlagen, de laatste als rondbogige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de laatste verdieping. Garage (1978).

Op Henri Bergéstraat nr. 88, 90 en 92, drie opstanden met elk twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Behalve de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., indeling met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de benedenverdieping, kolossale steekboogvormige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. en Korintische halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. op de verdiepingen. Muuropeningen achter Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op de verdiepingen, op de eerste met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. (balusters vervangen door traliewerk op nr. 92), op de tweede met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk. Oeils-de-boeuf enkel bewaard op nr. 92.

Henri Bergéstraat 94 - Louis Bertrandlaan 50 - Joseph Brandstraat 123 ([i]Vers l'Art[/i], 1907, pl. 140).

Op Henri Bergéstraat 94 - Louis Bertrandlaan 50 - Joseph Brandstraat 123, hoekopbrengsthuis achter een voortuin. Opstand van vijf bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. aan de H. Bergéstraat en als benedenverdieping aan de J. Brandstraat, gezien de helling van de Louis Bertrandlaan. Het gebouw bevat een woning in de eerste twee bouwlagen en appartementen op de verdiepingen.
Aan elke verkeersweg, brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl.; de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de H. Bergéstraat en de J. Brandstraat worden elk door twee smallere geflankeerd. In de H. Bergéstraat, hogere hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een vierkante halve koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. waarvan de bekroning thans is verdwenen. ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; balustradeHekwerk van spijlen of balusters. van het terras vervangen. CartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met salamander en lelies in de laatste bouwlaag, met bouwjaar. Dienstdeur op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Langs de L. Bertrandlaan, twee hoektorentjes onder een klokvormige koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., voorheen bedekt met leistenen. Toegang onder een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op een metalen balk en zuilen; terras waarvan de balustersVaasvormige spijl van een borstwering. thans verdwenen zijn. Aan de Brandstraat, deur naar de appartementen op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., geplaatst in 1907.
Bewaarde gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Oeils-de-boeuf verwijderd. Voortuin afgesloten door pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). onder pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Smeedijzeren traliewerk bewaard.

Op Joseph Brandstraat nr. 119 en 121, afhankelijk van respectievelijk Henri Bergéstraat nr. 90 en 92 identieke volumes volgens spiegelbeeldschema van drie bouwlagen onder plat dak, in L-vorm rond een binnenplaatsje. Een smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de straatkant, een bredere inspringend, met een trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Attiekmuurtje. Binnenplaatsjes afgesloten door een muur met traliewerk, op nr. 121 vervangen door een garage in 1978.

Op Joseph Brandstraat nr. 117, burgerhuis van drie bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), links voorzien van de deur en bekroond door een rondbogige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. onder een vierkante koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. waarvan de bekroning thans is verdwenen, rechts met een balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., onder mansarde met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaarde gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 133-86-94.

Publicaties en studies

Vers l'Art, 1907, pl. 139-143.