Scholencomplex van Linthout. Voormalige school nr. 11 en school nr. 13.
Roodebeeklaan 59-61, 103
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Henri JACOBS – architect – 1907-1922
Privat LIVEMONT – sgraffitoschilder – 1907-1921
Maurice LANGASKENS – schilder – 1913
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Gebouwd in twee fases, de eerste voltooid in 1913, de tweede in 1922. Als totaalwerk – de architect tekende niet alleen de plannen maar ontwierp ook alle details en het meubilair – geldt dit complex als de tweede grote verwezenlijking van dit type in Schaarbeek, na dat van de Josafatstraat, dat dezelfde architect in 1901-1905 bouwde.
Geschiedenis
Op 13.01.1902 diende schepen van Openbaar Onderricht Louis Bertrand bij de gemeenteraad een rapport in dat de bouw voorstelde van een scholencomplex op het plateau van Linthout. Dit complex zou bestaan uit een kinderdagverblijf, een kleuterafdeling, een lagere school voor jongens en een voor meisjes. De kinderen uit het gehucht Linthout, waar voornamelijk arbeiders woonden, moesten toen inderdaad nog school lopen in de gemeenteschool aan de Daillylaan, die veraf lag en overbevolkt raakte. De locatie werd vastgelegd tijdens de zitting van 02.12.1904. De terreinen werden verworven na gemeen overleg of via onteigening, bekrachtigd door het K.B. van 19.05.1906. Hoewel architect Henri Jacobs al in 1902 een voorontwerp klaar had, ondertekende hij de overeenkomst met de Gemeente pas op 09.08.1907. De Staat en de Provincie verbonden er zich toe een deel van de kosten voor de werken te dragen.
Tijdens de zitting van 06.08.1907 werd het algemeen plan aan de gemeenteraad voorgelegd: het complex zou binnen een woonblok worden gevestigd, met toegang op nr. 61 en 103 van de Roodebeeklaan, respectievelijk naar school nr. 11 (lagere afdeling voor meisjes en kleuterafdeling) en school nr. 13 (lagere afdeling voor jongens). Het werd in twee grote fases uitgevoerd: de twee toegangspaviljoenen en de lagere afdeling voor jongens (nr. 13) en de kleuterafdeling (nr. 11) in een eerste fase, de lagere afdeling voor meisjes (nr. 11) in een tweede; het plan voor een kinderdagverblijf werd in 1908 opgegeven. De werkzaamheden voor de eerste fase gingen in 1907 van start, en de inhuldiging vond plaats op 06.04.1913, het jaar waarin ook de werken voor de tweede fase werden aangevat. Ze omvatten, naast de meisjesschool, de bouw van een gemeenschappelijke turnzaal voor de twee lagere scholen, alsook de toevoeging van een verdieping aan de kleuterschool, bestemd voor de woning van de conciërge en de directrice, naast een refter. Aanvankelijk werden de werken niet stopgezet tijdens de Eerste Wereldoorlog, waardoor de arbeiders aan dwangarbeid in Duitsland konden ontsnappen. De werkzaamheden vielen echter stil in 1916, nadat de bezetter 34.275 kilo staal voor gewapend beton in beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam. had genomen. De nieuwe lokalen werden uiteindelijk ingehuldigd op 29.10.1922. Een huis dat niet in het oorspronkelijke project was opgenomen, nr. 59, wellicht n.o.v. Henri Jacobs en bestemd voor de directiewoning, werd na 1913 toegevoegd aan het toegangspaviljoen van school nr. 11.
In 1955-1956 werden sanitaire ruimten ingericht in de speelplaats van elke afdeling (n.o.v. gemeentearchitect A. Rogiers). In 1959 werd een paviljoen dat twee jaar eerder was gemaakt door de firma De Coene voor school nr. 9 opnieuw opgesteld op de speelplaats van de meisjesschool.
De bestemming van de gebouwen wijzigde in de loop der jaren: lagere school nr. 13 werd gemengd, de vroegere meisjesschool bevat nu kleuterklassen en een kinderdagverblijf, terwijl het gebouw van de kleuterschool sinds 1972 een bijgebouw van het Athénée Fernand Blum huisvest.
Beschrijving
Plan
Het complex ligt op een terrein van meer dan een hectare en strekt zich uit over een breedte van ongeveer 150 meter. Met zijn toegangen aan de laan vormt het ongeveer een U rond een blok met private woningen, achteraan afgesloten door de reservoirs van de Intercommunale Watermaatschappij.
De toegangspaviljoenen en de jongens- en de meisjesschool hebben grosso modo een symmetrische plattegrond volgens spiegelbeeldschema aan weerszijden van een muur de die speelplaatsen van elkaar scheidt. De paviljoenen (A) bevatten een wachtzaal op de benedenverdieping en een bibliotheek op de verdieping. Via een smalle gang geven ze toegang tot het voorplein van elke school (B). Ze bestaan uit een lange overdekte binnenplaats (C), afgescheiden van de speelplaats (E) door een volume met twee verdiepingen (D) met dubbel trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; hierin bevinden zich de klassen en de ruimten voor de leraren en de directie. Aan de andere kant wordt de binnenplaats geflankeerd door een bijgebouw (F): dat van school nr. 13, ingericht rond een binnenplaatsje, bevat onder meer de conciërgewoning; dat van school nr. 11 was oorspronkelijk de woning van de directrice. Op de binnenplaats langs het tweede bijgebouw staat nog de hoge schoorsteen van de oude verwarmingsketel van het complex. Achter aan de binnenplaatsen bevindt zich een gang (G) waarlangs twee klassen liggen, en een zaal (H) die vroeger bestemd was voor de handenarbeid voor de jongens en het huishoudelijk werk voor de meisjes. Deze twee zalen liggen, aan de achterkant van de speelplaatsen, rond de gemeenschappelijke, rechthoekige turnzaal (I); stortbaden, nu getransformeerd in klassen, nemen hun kelderverdieping in. Dankzij grote lichtkokers langs de gebouwen kunnen de kelders worden gebruikt als klaslokalen, refters en keukens.
De kleuterschool is een lange rechthoekige vleugel parallel aan de meisjesschool, rechts ervan, en is toegankelijk via hetzelfde voorplein. Ze bestaat uit drie volumes. In het eerste (J), met drie bouwlagen, bevonden zich oorspronkelijk de conciërgewoning en het kantoor en de woning van de directrice, aan weerszijden van een centrale gang. Deze gang loopt tussen twee binnenplaatsjes door tot aan het tweede volume, een overdekte binnenplaats (K) van één hoge bouwlaag onder plat dak. Het derde volume (L) is tegen het tweede aangebouwd. Het heeft twee bouwlagen en wordt ook door een gang doorkruist. Op de benedenverdieping bevinden zich de klaslokalen en op de verdieping een grote refter met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen, in 1952 opgesplitst in klaslokalen; trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. aan de achterzijde. Langs de vleugel ligt in het westen een speelplaats (M), in tweeën gedeeld door een overdekte doorgang naar de sanitaire ruimten. Een beglaasde luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., vervangen in 1949, markeert de toegang tot de vleugel vanaf het toegangspaviljoen.
Op nr. 89 van de Roodebeeklaan geeft een berijdbare doorgang (N) toegang tot de kelders van het keldercomplex.
Gevels en interieurs
Het gebruik van gemeenschappelijke materialen en siermotieven schept eenheid op de gevels en in de interieurs van de verschillende gebouwen. Bakstenen gevels met witstenen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. elementen. Koofvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De palmetVersiering in de vorm van een palmblad., in gevarieerde vormen en materialen (stenen acroteriën, mozaïek, ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw., beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam., enz.), alsook het spel van groeven en strepen (omlijstingen, lateien, consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., enz.) zijn terugkerende siermotieven. Sgraffiti van Privat-Livemont, binnenin meestal met japoniserend decor van vogels, planten en andere motieven, op een achtergrond van wolken.
Grote aandacht gaat uit naar het natuurlijke licht: grote rechthoekige muuropeningen, vaak onderverdeeld door een of meer monelenStenen vensterstijl., hoge impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., ook aan de kant van de gangen, breed opengewerkte en beglaasde deuren en bekleding met witte tegels in de kelders.
Weinig verschillen in de behandeling van de gebouwen uit de twee bouwfases; soms onhandige verbindingen, meer bepaald in de turnzaal.
Op de gevels, traveevlakken en friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met keramiektegels of bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. die keramiektegels imiteren (op de gebouwen van na de Eerste Wereldoorlog). Oorspronkelijk eikenhouten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , met dubbel schuifraam of openslaande vleugels, de meeste vervangen.
Binnenin, lage lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met lichtgekleurde afgeschuinde keramiektegels in omlijsting van zwart geaderd marmer. De meeste vloeren zijn bekleed met witte, grijze en gele keramiektegels, sommige met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in mozaïekwerk. Toegangspaviljoenen (A), overdekte binnenplaatsen (C, K) en turnzaal (I) onder overkapping in “similiterracotta” stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer. met metalen skelet: plafond met metalen balken in de paviljoenen, pseudogewelf met gebogen kap voor de binnenplaatsen, pseudogewelf onder getoogd tongewelf in de turnzaal. Gangen en trappen met tweekleurig bakstenen plafond, op metalen geraamte. Bijna alle trappen hebben een metalen structuur met eikenhouten treden en beglaasde optreden; eerste treden in hardsteen, leuning in beukenhout. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... in pitchpine. Oorspronkelijk meubilair deels bewaard: enkele kasten, wandkasten en banken in eik of pitchpine in de gemeenschappelijke ruimten en voor de uitrusting van een van de klaslokalen (beschermd) van de jongensschool (lessenaars in pitchpine, telraam, borden met houten omlijsting).
Toegangspaviljoenen, nr. 61 en 103 (A)
Aan de laan, monumentale, bijna identieke gevelfronten. Witstenen gevels van twee bouwlagen onder stenen attiekborstwering; hoge sokkel in grijs graniet. Op benedenverdieping, brede deur met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; grote sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met de letter "S”, voor Schaarbeek. ZwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. bewerkt met volutes van takken en de opschriften ‘École Communale' en ‘Gemeenteschool' gevolgd door het nummer van de school. Twee hoge rechthoekige gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van plantenguirlandes en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Opengewerkte attiekborstwering versierd met smeedijzeren traliewerk en topstukken. Opengewerkte deuren met traliewerk bewaard; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Binnen, op benedenverdieping, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van sgraffiti, nu witgekalkt aan de bovenkant van de muren. Op nr. 61, centrale betegeling vervangen. Voormalige bibliotheek op de verdieping, met een witmarmeren schoorsteen en plafond in stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer. met centraal zonnemotief.
Directeurswoning, nr. 59 (O)
Symmetrische witstenen gevel van twee-en-een-halve bouwlaag en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en dubbel kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld., wordt bekroond door terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; daarachter dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rechthoekige muuropeningen; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping onder dikke I-balkIJzeren latei met I-profiel.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. geritmeerd door gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Decor van guirlandes en plantenslingers. Deur bewaard, passend bij die van de toegangspaviljoenen; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Binnen, decor in eclectische stijl. Vloer van trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. bekleed met mozaïek; opengewerkte houten hoofdtrap. Salon en eetkamer verbonden door open muuropening met twee bewerkte zuilen. Keuken met volledig betegelde vloer en muren.
Lagere scholen
De binnenplaatsen (C) met gevel langs voorplein hebben twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met verscheidene monelenStenen vensterstijl., op de verdiepingen bekroond door palmetVersiering in de vorm van een palmblad., onder attiekmuurtje. Centrale deur. De gevel van de meisjesschool, links aangevuld met de zijkant van het volume met klaslokalen (D), heeft slechts één vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping.
Het volume met klaslokalen (D) langs de speeltuin heeft zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee doorlopende monelenStenen vensterstijl. of deuren met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder hoog impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht.
Het bijgebouw (F) van de meisjesschool met gevel langs het voorplein heeft drie bouwlagen onder plat dak; minder hoge verdiepingen, de eerste later opengewerkt. Brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met dubbele moneelStenen vensterstijl..
Binnen, bijna identieke overdekte binnenplaatsen. Monumentale ruimte onder pseudogewelf met groot daklicht versierd met geel glas. Meeste toegangen onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de vorm van gestileerde bladeren en acroteriën. In de muur langs het volume met klaslokalen bevinden zich deuren die leiden naar de lokalen op de benedenverdieping, onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met uiteinden met zweepslagmotief, alsook de grote open muuropeningen van de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., op de verdieping met dubbele moneelStenen vensterstijl. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aan de korte zijde van het voorplein, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van sgraffiti tussen de twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Op die ertegenover, grote figuratieve compositie op gemaroufleerd doek. Op de jongensspeelplaats is ze gesigneerd Maurice Langaskens, laureaat in 1913 van een wedstrijd tussen Schaarbeekse kunstenaars. Het doek stelt een compositie in drie delen voor getiteld ‘les contes de l'ancêtre', ‘l'étude' en ‘bergers étudiant les étoiles'. Op de speelplaats voor de meisjes is het doek gesigneerd Privat-Livemont, onder het opschrift “Schaerbeek – Linthout”. Het toont twee plattelandstaferelen getiteld ‘l'étude – le travail' en ‘première éducation'. In het midden van de vloer, mozaïek met windroos. Metalen wandlampen bewaard op de binnenplaats van de meisjesschool.
Turnzaal (I)
Turnzaal onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met gevels van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Achtergevels met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., die aan de speelplaatsen afwisselend met deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en hoog impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., en twee hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. EntablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. van de deuren en sluitstuk met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in gele baksteen.
Binnen, muren in grijze baksteen onderaan en gele bovenaan. Korte blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijden versierd met grote panelen met verwante sgraffiti, ontworpen door Privat-Livemont en uitgevoerd in 1921. Ze hebben een vegetaal decor rond een effen rood plat, met de Belgische leeuw onder het devies ‘L'union fait la force'. Aan de westkant, twee medaillonsRonde of ovale cartouche. die ‘Philippe Baucq fusillé le 12.10.1915' en ‘Gabrielle Petit fusillée le 1.4.1916' voorstellen, met opschrift ‘ L'amour de la Patrie va jusqu'au sacrifice'. Aan de oostkant, de medaillonsRonde of ovale cartouche. met ‘Albert Ier roi des Belges' en ‘Elisabeth reine des Belges' naast het devies ‘A cœur vaillant rien d'impossible'. Vloer met eikenhouten parket.
Kleuterschool
Volume vooraan (J) van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de eerste twee minder hoog. Aan het voorplein, symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centrale toegang onder groot drieledig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Zijvensters van tweede verdieping achter balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bouwlaag met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. die uitkragen op bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en met bekroning in gebroken hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer., op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. tussen panelen versierd met sgraffiti. Op eerste twee bouwlagen worden de twee rechtertraveeën van de andere gescheiden door de muur tussen het voorplein en de speelplaats van de kleuterschool. Langs die speelplaats, muur met kopse gevel met slechts één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts.
Binnen, in de gang, vloer met mozaïekfries met medaillonRonde of ovale cartouche. met kinderspelen tussen diverse dieren op wieltjes. Muren bekroond met hoge friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met sgraffiti. Deuren die leiden naar conciërgewoning en de oude kantoren en woning van de directrice zijn aangegeven met sgraffito-inscripties in een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Volume van de overdekte binnenplaats (K) breed opengewerkt met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de twee gevels, die langs de speelplaats van de kleuterschool met zijdeuren, het geheel onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan de zijkant, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geometrische bekroning. Binnen, tegenover elkaar, toegangen met dubbel kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Parketvloer.
Volume achteraan (L) met gevels van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tweede smaller, die naar de speelplaats van de kleuterschool als toegang. Brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., die op verdieping in de vorm van gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes.
Aanplanting
Op de voorpleinen en de speelplaatsen, aanplanting uitgevoerd onder leiding van landschapsarchitect Edmond Galoppin: Japanse kerselaars, hulst, kastanjebomen, valse acacia's.
Beschermd 25.09.2008.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 235-59-61.
GAS/OW Scholen nr. 11 en nr. 13, School nr. 11, School nr. 13.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1902, pp. 204-213; 1905, pp. 328-329, 1461; 1906, pp. 509-510, 755; 1907, pp. 778-808; 1908, pp. 453-458, 726-728, 971-976, 1304-1305; 1910, pp. 248-256, 302-313; 1911, pp. 174-177; 1913, pp. 46-47; 1914, pp. 165, 462-464; 1922, pp. 1160-1172.
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles. Capitale de l'Art nouveau, coll. Europe 1900, Marc Vokaer red., Brussel, 1992, pp. 372-373.
JURION-DE WAHA, Fr., Découvrez l'architecture scolaire à Bruxelles, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. 5-7.
L'Académie et l'Art Nouveau. 50 artistes autour de Victor Horta, Brussel, Les Amis de l'Académie des Beaux-Arts de Bruxelles vzw, dl. 1, 1996, p. 157.
MEULEMANS, S., De school als totaalkunstwerk: het oeuvre van Henri Jacobs (1864-1935) in het Brusselse (Licentieverhandeling in de kunstgeschiedenis), Katholieke Universiteit Leuven, 1995.
VAN SANTVOORT, L., “Jacobs, Henri”, in: VAN LOO, A. (red.), Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Mercatorfonds, Antwerpen, 2003, p. 362.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid