Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Henri JACOBS – architect – 1908-1909
Privat LIVEMONT – sgraffitoschilder – 1908
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20351
Beschrijving
Twee verschillende huizen in art-nouveaustijl, respectievelijk in 1909 en 1908. Beide woningen gesigneerd en gedateerd op de benedenverdiepingen: op nr. 5 “H. JACOBS / ARCHITECTE / 1910” en op nr. 6 “H. JACOBS / ARCHITECTE / 1909”. Werden gelauwerd in de gevelwedstrijden van Schaarbeek van 1909-1910 (nr. 6) en 1911 (nr. 5, bronzen medaille). Nr. 6 gebouwd voor rekening van gemeentesecretaris Charles Fortin.
Gevels van vier bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Decor in de typische stijl van de architect: geprofileerde trigliefen, groeven, palmen, enz., in een organische behandeling. Opmerkelijke stereotomie. Schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard. De soffiet van de kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). was vroeger met decoratieve schilderijen versierd.
Op nr. 5, witstenen gevel. Benedenverdieping met drie korfboogvormige muuropeningen, de middelste als tweelicht ten gevolge doortrekking van de moneelStenen vensterstijl. naar kraagsteen. Ronde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met twee monelenStenen vensterstijl., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee smalle zijvensters en rustend op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. aan de zijkant zijn ingewerkt. De erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. wordt bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk, voor een centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In de laatste bouwlaag, vijf smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters onder doorlopende gebroken archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. SgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). van rozenstruiken op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de tweede verdieping en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Hetzelfde decoratieve thema is gebeeldhouwd op de benedenverdieping en op het entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Op nr. 6, gevel in Euvillesteen en lichtgekleurde baksteen. Stenen benedenverdieping met drie muuropeningen: een centrale deur en twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.. Verdiepingen tussen brede monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Ronde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op druiper waarin de deur is ingewerkt, met twee doorlopende monelenStenen vensterstijl.. T-vormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de tweede bouwlaag, met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en paneel versierd met sgraffiti gesigneerd Privat Livemont (“P L”), aan de zijkant met een putto die een kandelaar vasthoudt, in het midden met margrieten. De erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. wordt bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk voor vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen. Centrale gebogen kooflijst op dubbele hoekconsoles. Keramiektegels in de middelste bouwlagen.
Gevels van vier bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Decor in de typische stijl van de architect: geprofileerde trigliefen, groeven, palmen, enz., in een organische behandeling. Opmerkelijke stereotomie. Schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard. De soffiet van de kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). was vroeger met decoratieve schilderijen versierd.
Op nr. 5, witstenen gevel. Benedenverdieping met drie korfboogvormige muuropeningen, de middelste als tweelicht ten gevolge doortrekking van de moneelStenen vensterstijl. naar kraagsteen. Ronde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met twee monelenStenen vensterstijl., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee smalle zijvensters en rustend op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. aan de zijkant zijn ingewerkt. De erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. wordt bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk, voor een centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In de laatste bouwlaag, vijf smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters onder doorlopende gebroken archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. SgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). van rozenstruiken op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de tweede verdieping en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Hetzelfde decoratieve thema is gebeeldhouwd op de benedenverdieping en op het entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Op nr. 6, gevel in Euvillesteen en lichtgekleurde baksteen. Stenen benedenverdieping met drie muuropeningen: een centrale deur en twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.. Verdiepingen tussen brede monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Ronde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op druiper waarin de deur is ingewerkt, met twee doorlopende monelenStenen vensterstijl.. T-vormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de tweede bouwlaag, met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en paneel versierd met sgraffiti gesigneerd Privat Livemont (“P L”), aan de zijkant met een putto die een kandelaar vasthoudt, in het midden met margrieten. De erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. wordt bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk voor vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen. Centrale gebogen kooflijst op dubbele hoekconsoles. Keramiektegels in de middelste bouwlagen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 5: 22-5; 6: 22-6.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1911, pp. 649-650.
Publicaties en studies
SCHOONBROODT, B., Privat Livemont. Entre tradition et modernité au cœur de l'Art nouveau. 1861-1936, Éditions Racine, Brussel, 2007, pp. 165-166.
Tijdschriften
Album de la Maison moderne, jg. 3, pl. 117.
L'Émulation, 1911, pl. XXXIX.
Tekhné, 13, 1911, pp. 161-164.
CHARLE, G., “Le Concours de Façades de Schaarbeek”, L'Émulation, 12, 1913, pp. 93-94.
GAS/DS 5: 22-5; 6: 22-6.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1911, pp. 649-650.
Publicaties en studies
SCHOONBROODT, B., Privat Livemont. Entre tradition et modernité au cœur de l'Art nouveau. 1861-1936, Éditions Racine, Brussel, 2007, pp. 165-166.
Tijdschriften
Album de la Maison moderne, jg. 3, pl. 117.
L'Émulation, 1911, pl. XXXIX.
Tekhné, 13, 1911, pp. 161-164.
CHARLE, G., “Le Concours de Façades de Schaarbeek”, L'Émulation, 12, 1913, pp. 93-94.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid