Typologie(ën)

burgerwoning
gelijkvloers met handelszaak
landhuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2007-2009

id

Urban : 19370
lees meer

Beschrijving

Homogeen architecturaal geheel, bestaande uit voormalig landhuis met tuin en twee eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. huizen.

Guldenvlieslaan nr. 30 tot 38-Kapitein Crespelstraat nr. 1-1a. Voormalig landgoed op driehoekig perceel met buitenhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, 1836.
Voorgevel en voorafgaand terras op Guldenvlieslaan uitgevend. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van terras bevat langs Guldenvlieslaan en begin van Kapitein Crespelstraat aaneenschakeling van winkeltjes, 1881.

Guldenvlieslaan 30 tot 38 - Kapitein Crespelstraat 1-1a, Guldenvlieslaan 39 en Kapitein Crespelstraat 5, luchtfoto, (Brussels UrbIS ® © - Distributie: CIBG Kunstlaan 20, 1000 Brussel).

Geschiedenis
Op aloude velden en tuinen langs de nieuwe laan legde schilder Jean Robert Lenaerts in 1835 zijn landgoed aan. Ongeveer twee tot drie meter hoger gelegen dan de laan, liet hij zijn neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. buitenhuis verrijzen. Het huis had een vierkante plattegrond met ten zuidwesten een korte aanbouw. In 1845 werd het landgoed verkocht aan Joannes Josephus Dethier. Op een deel van zijn gronden liet hij in 1846 de latere Lakenweversstraat aanleggen (zie Lakenweversstraat). In 1856 verkocht hij het resterend landgoed aan de familie Fortamps. Het landhuis werd in hetzelfde jaar uitgebreid met aan weerzijden van de voorgevel telkens één terugspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een achterliggende vleugel. Sindsdien heeft het landhuis een L-vormige plattegrond. Door de beurscrash van de Bank van België werd Fortamps verplicht zijn landgoed op te delen (Le Roy, p. 246). Zo liet hij in 1877 juist achter zijn landhuis de Kapitein Crespelstraat aanleggen. Drie jaar later diende hij alsnog het landgoed te verkopen aan ingenieur Albert Gendebien-Detilleux. Een jaar later werd de achterliggende vleugel grotendeels ingekort. Tegelijkertijd liet hij langs de Guldenvlieslaan een terras met winkeltjes in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. bouwen. Sinds 1891 is het domein in handen van erven van Gendebien.
In 1911 wordt in dit huis de Cercle de la Toison d'Or opgericht, de voorloper van de latere Cercle Royal Gaulois die hier tot 1940 resideerde. In 1927 liet de kring architect Ernest Jaspar het huis verbouwen tot hun clubhuis met onder meer leesruimte op benedenverdieping, een eet-, vergader- en speelzaal op eerste verdieping en een biljartzaal op de tweede verdieping.
Sinds 1957 wordt het gebouw wordt aan het oog onttrokken en ontsierd door de herhaaldelijk verbouwde commerciële barak van één bouwlaag die men op het terras liet bouwen.

Beschrijving
Guldenvlieslaan 30 tot 38 - Kapitein Crespelstraat 1-1a (2009 © bepictures / BRUNETTA V. – ERBERLIN M.)

Guldenvlieslaan nr. 30 tot 38. Aaneenschakeling van winkeltjes die onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van terras vormt en overgang tussen laan en hoger gelegen landhuis voorzorgt.
Onderbouw van één bouwlaag en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Guldenvlieslaan, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Crespelstraat. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  en trigliefVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Terras met (recente) smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Winkels herhaaldelijk verbouwd.

Kapitein Crespelstraat nr. 1-1a. NeoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. villa met voorgevel naar en evenwijdig aan laan. Huis in Crespelstraat afgesloten door smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… hekken op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…); smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… poort tussen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met bolbekroning.
Symmetrisch bouwvolume bestaande uit vierkant hoofdvolume van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder paviljoendakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak., en twee smalle zijvleugels van slechts twee bouwlagen onder plat dak (oorspronkelijk met balusterborstwering). Voorgevel versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. meestal binnen geriemde omlijsting. Zijgevel met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft..
Eerste bouwlaag sinds 1957 verborgen achter aanbouw die villa met commerciële barak verbindt; oorspronkelijke doorlopende  balkons met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van eerste verdieping werden toen verwijderd.
Interieur. Via oprit naar hoofdtoegang in zijvleugel met loodrecht op langgerekte hal brede traphal naar gelijkvloerse verdieping.

Guldenvlieslaan 39 (2009 © bepictures / BRUNETTA V. – ERBERLIN M.)

Guldenvlieslaan nr. 39. Smalle, maar diepe woning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, gedateerd op cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. boven dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. “1891”.
Drie bouwlagen en slechts één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), maar met brede zijgevel met drie blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Herhaaldelijk aangepaste commerciële benedenverdieping. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdiepingen met traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. GetandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. AttiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. voor langgerekt leien paviljoendakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak..
Voorgevel met glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op eerste verdieping. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Zijgevel met centraal opvallend hoog en zwaar uitgewerkte schoorsteenpijpenHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen., ter hoogte van attiekbalustrtade met elkaar verbonden door frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Zinken œils-de-bœufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink..

Crespelstraat 3-5, 2009 © bepictures / BRUNETTA V. – EBERLIN M.

Kapitein Crespelstraat nr. 3-5. EclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. burgerwoning met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. invloed en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1880.
Hardstenen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op benedenverdieping; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. doorgetrokken tot keldervensters. Witstenen verdiepingen met geriemde vensteromlijstingen; op eerste verdieping met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balkon met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hardsteen en smeedwerkTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. GetandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Langwerpig paviljoendakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. en œils-de-bœufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Zijgevel tegen landhuis aangebouwd met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping en geriemde vensteromlijstingen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard op verdiepingen.
Interieur. Benedenverdieping ingrijpend verbouwd, maar aankleding van gang bewaard met onder meer fraaie mozaïekvloer. Op verdiepingen stukwerk, fraaie parketvloeren en schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 58-1, 58-3, 286-30.
KAB, Elsene, 1ste afdeling, Sectie A, KL 207: 1836-15, 1856-14, 1863-37, 1879-31, 1880-22 en 1881-25.

Publicaties en studies
D'YDEWALLE, C., Histoire du Cercle Gaulois, Brussel, 1852.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885.
Tijdschriften
‘Le Cercle Royal Gaulois Artistique et Littéraire célèbre son cinquantième anniversaire' in: Journal des Beaux-Arts, 03.11.1961.