Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Paul PIQUET – architect – 1924
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Onderzoek en redactie
2006-2007
id
Urban : 16120
Beschrijving
Halfopen bebouwing, herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. arch. Paul Picquet, 1924.
Twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak. Brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in F. Rooseveltlaan; hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met polygonale toren onder elegant tentdak; drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in symmetrisch zijgevel met centrale toegang. Sokkel in zandsteen van Montauban. Bakstenen gevel met witstenen elementen (Euville).
In F. Rooseveltlaan trapezoïdale uitbouw onder vergelijkbare, doch kleinere erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met terras en bekroond door terras voor dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Overal drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
In zijgevel centrale deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en groot ovaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping. In belendende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met dak en terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Oorspronkelijk schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak. Brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in F. Rooseveltlaan; hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met polygonale toren onder elegant tentdak; drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in symmetrisch zijgevel met centrale toegang. Sokkel in zandsteen van Montauban. Bakstenen gevel met witstenen elementen (Euville).
In F. Rooseveltlaan trapezoïdale uitbouw onder vergelijkbare, doch kleinere erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met terras en bekroond door terras voor dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Overal drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
In zijgevel centrale deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en groot ovaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping. In belendende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met dak en terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Oorspronkelijk schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 34334 (1924).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid