Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Willy MINNIGHarchitect1934

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17396
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. n.o.v. arch. Willem Minnigh, 1934. Vijf bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak, oorspronkelijk met attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , vervangen door attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  van drie bouwlagen n.o.v. arch. Jean Boland, 1996. Bakstenen gevel met schaduwvoegen en met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en betonnen elementen op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen..

Vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) opeenvolgend uitspringend waardoor verschil met rooilijn van Leopold II plein wordt gecorrigeerd.

In linkertravee toegangsdeur met diepe dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. toegankelijk via hardstenen trap; op verdiepingen betonnen balkons met afgeronde hoeken en met buisleuning.

Centraal volume van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), linkse afgeronde en met gestapelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen dezelfde getrapte omlijsting; rechtertravee inspringende deur onder betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van tweede bouwlaag met twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., één als hoekvenster; erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras; op verdiepingen balkons met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en buisleuning.

Laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend witstenen volume met gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over vier bouwlagen en bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Tervurenlaan 242, bas-reliëf op benedenverdieping: sirene omgeven door vissen (foto 2003).

Beeldhouwwerk gesigneerd “PIERRE CROCQ / SCULPTEUR / 1936” als aanzet van de hardstenen trap naar toegang in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): haut-reliëf van sirene; verder, onderaan afgeronde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bas-reliëf: sirene omgeven door vissen. In Tervurenlaan smeedijzeren hekwerk tussen hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Houten opengewerkte deur met geometrisch smeedwerk.

Toegevoegde (1996) witstenen attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  met drie bouwlagen dat volumespel herhaalt van lagere verdiepingen. Eerste verdieping met hetzelfde grondplan als lagere verdiepingen; twee hoogste verdiepingen inspringend met gordijngevelNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. en terras.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 29 (1900), 354 (1934), 142 (1996).

Tijdschriften
'L'Architecte Willy Minnigh', Le Document, 8 (135), 1937, pp. 144-145.