Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Thomas JASINSKIarchitect1912

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17393
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. i.o.v. aannemer Maurice Vereecken en n.o.v. arch. Thomas Jasinski, 1912.

Witstenen gevel van vier bouwlagen met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Naargelang bouwlaag getoogde, rechthoekige, rondboog- of korfboogvensters met smeedijzeren leuning of borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., uitwaaierend boven muuropeningen: twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en smeedijzeren opengewerkte poort. In tweede bouwlaag bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In derde bouwlaag glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst., gebogen boven oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..

Mooie gebeeldhouwde ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren.: onder bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. gewelfde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen. en geflankeerd door lauriertakken en op haar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. schelpen; in twee hoogste bouwlagen sleutels met vrouwenkoppen of cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. of schelpen.

Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 111 (1912).