Typologie(ën)

burgerwoning
architectenwoning

Ontwerper(s)

Jules RAUarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17381
lees meer

Beschrijving

Twee burgerwoningen in eclectische stijl, in oorsprong ensemble van drie huizen n.o.v. arch. Jules Rau, 1906. Ensemble bestond uit hoekhuis van twee bouwlagen (nr 124), geflankeerd door twee identieke huizen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en vlg. spiegelbeeldschema (nr 122 en 126, laatstgenoemde gesloopt in 1991).

Nr 122. Hardstenen benedenverdieping en verdiepingen in Gobertangesteen met hardstenen elementen. Deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. op verdiepingen drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met stenen monelenStenen vensterstijl. en dito tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., in tweede bouwlaag als hardstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras met opengewerkte hardstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoge hardstenen architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. vormt doorlopende  latei boven venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van hoogste bouwlaag. Houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Fraaie opengewerkte smeedijzeren deur in art decostijl. Garage (1928).

Nr 124. Voormalige architectenwoning van arch. Jules Rau met atelier en kantoor op verdieping. Oorspronkelijk met diverse houten elementen die zorgden voor een pittoresk cottagekarakter, nl. portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., op onderling door houten rondbogen verbonden stenen zuiltjes, aan pleinzijde opmerkelijk uitstekend dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met pseudo-vakwerk en boven trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Huis werd verbouwd i.o.v. de Société Générale de Belgique n.o.v. arch. Gaston Deru, 1931. De pittoreske, grotendeels houten elementen werden vervangen door rechtlijnige elementen in Euvillesteen. Aan pleinzijde werd  uitbouw verbreed en bekroond door terras, terwijl het dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en de houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. verdwenen (1941), later verdween de mooie omheining in geometrische art-nouveaustijl (1942).

Tervurenlaan 124 (L’[i]Album de la Maison Moderne[/i], [1908], pl. XXI).

Gevels met elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die in Tervurenlaan smaller. Spitsvondige hoekoplossing, bestaande uit twee smalle muurpanden die inspringende rechte hoek vormen. Witte bakstenen gevel met hardstenen elementen. Rechthoekige kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld..

Toegangstravee in Tervurenlaan toegankelijk via hardstenen trap. Twee laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) oorspronkelijk met stenen uitbouw bekroond door terras metborstwering uit hout en steen; oorspronkelijke uitbouw in Tervurenlaan, maar met dichtgemaakte souterrainvensters. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Hoog zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met twee grote klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen; vroeger bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling. Kelders verbouwd tot kofferzaal (1931) en tot schuilkelder (1944).

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 353 (1906); 122: 5 (1928); 124: 187 (1931), 98 (1941), 49 (1942), 4 (1944); 126: 140 (1991).
GASPW/DE postkaarten inv. 281, 290.

Tijdschriften

Nr
124: Album de la Maison Moderne, (1908), pl. XXI.