Typologie(ën)

herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2007

id

Urban : 16125
lees meer

Beschrijving

Groot herenhuis in neopalladiaanse stijl waarschijnlijk n.o.v. arch. Adrien Blomme, ca. 1928.
Victorialaan nr. 11, garage in dezelfde stijl en met dezelfde materialen, 1929.

F. Rooseveltlaan nr. 31. Massief vrijstaand gebouw met twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., geritmeerd door uitsprongen en kolossale geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Bakstenen gevel met witstenen elementen. Vier gevels volgens symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Op benedenverdieping rondboogvensters, op verdieping rechthoekig met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
Straatgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan de middelste drie in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; centrale stenen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met zuilen, bekroond door terras voor loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Achtergevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...);  centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breder, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en  voorzien van loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. per verdieping en geheel bekroond met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Mansarde met tal van dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.: in baksteen onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. of in hout onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Victorialaan nr. 11. Chauffeurswoning met dubbele garage. Vrijwel vierkant volume van twee bouwlagen onder plat dak met attiekbalustrade.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 50662 (1929).