Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Jacques BINGENarchitect1952

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 16024
lees meer

Beschrijving

Op hoek met rondpunt en Dalstraat. Appartementsgebouw met elementen van vooroorlogs modernismeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton., n.o.v. arch. Jacques Bingen, 1952, ter vervanging van drie huizen van 1886 (zie nrs. 364, 366).

Zes bouwlagen waarvan twee laatste successief inspringend. Hoge hardstenen sokkel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., thans geschilderd.

Hoekoplossing in vorm van imposante toren; doorsnede verkleint ter hoogte van inspringende verdiepingen; aan weerszijden van hiervan symmetrische gevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Louizalaan en tegenover rondpunt. Toren geflankeerd door balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Dalstraat. Vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); in eerste bouwlaag van eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorbouw met terrasvormig profiel. Op verdieping van laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras.

Oorspronkelijk ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en inkomdeuren grotendeels vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 14450 (1886), 66727 (1952).