Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Wynand JANSSENSarchitect1871-1872

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Neorenaissance
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 15968
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vier gedifferentieerde gebouwen: drie herenhuizen en één burgerwoning i.o.v. wisselagent Prosper Crabbe en n.o.v. arch. Wynand Janssens, 1872 (nr. 99, 101 Louizalaan) en 1871 (Louizalaan nr. 103 en Blanchestraat nr. 1).

Nr. 99 en 101. Twee herenhuizen met elementen in Italiaanse neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. volgens spiegelbeeldschema, vroeger identiek. Oorspronkelijk drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), maar verhoogd (nr. 101 met twee bouwlagen en masarde n.o.v. arch. Georges Delcoigne, 1909, en nr. 99 in 1948). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels. BossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op benedenverdieping. Centraal balkon met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder hardstenen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  oorspronkelijk. Op nr. 99 oorspronkelijke kunstig bewerkte ijzeren deur en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Louizalaan 101 en 99, gevels, SAB/OW 14473 (1872).

Louizalaan nr. 103. Burgerwoning met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. elementen en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. Benedenverdieping en muurdammenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. van verdiepingen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van latere datum. In 1950 huis geïntegreerd in Blanchestraat nr. 1; toegangsdeur verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en centraal balkon gesloopt. Oorspronkelijke getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Louizalaan 103 (foto 2005).

Blanchestraat nr. 1, op hoek met Louizalaan. Mooi herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met binnenplaats en bijgebouwen. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en drie gevels, twee hoofdgevels met vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Achtergevel uitgevend op binnenplaats met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centrale toegangsdeur. Gevel in steen van Savonnières met verzorgd decor. In Louizalaan gevel inspringend achter terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. steunend op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Verbinding tussen gevels met afgeronde hoeken geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping met steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. In tweede bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.; centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balkons met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Grote dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster..

Blanchestraat 1, voorgevels vanaf Louizalaan (foto 2005).

In Blanchestraat. Binnenplaats met omheiningmuur en hekwerk met twee poorten. Inkom in achtergevel via traptreden naar portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). bekroond door terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met glas.

Stallingen en bijgebouwen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met parementGevel- of muurbekleding. in baksteen en witsteen; L-vormig. Gevels met één of twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (dakvlakvensters later toegevoegd). GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op verdieping muurdammenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk oorspronkelijk.

Interieur deels bewaard. Mooi trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en kamer met beschilderd plafond.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Louizalaan 99 en 101: 14573 (1872); Louizalaan 99: 60477 (1948); Louizalaan 101: 4670 (1909); Louizalaan 103 en Blanchestraat 1: 14482 (1871); Louizalaan 103: 59966 (1950).